Nieuwsblad voor
Noord-Oost Friesland


Piter Wilkens vindt 'it paad werom'
naar de Kloosterkapel

Door Johannes van Kammen
SIBRANDAHUS - Een donkere, sombere zondagmiddag waarin de natte sneeuw vrij spel heeft en het depressieve in de mens naar boven brengt. Een middag die eigenlijk vraagt om een sfeervolle bestemming. Een bestemming die gezocht wordt in de Kloosterkapel te Sibrandahûs. De Friese troubadour bij uitstek Piter Wilkens zorgt in deze prachtige entourage voor een schitterende middag. Het publiek vindt het prachtig, maar de zanger met zijn innemende jongensachtige lach geniet zelf waarschijnlijk het meest. Eenvoud in al zijn schoonheid, waarbij juist de artiest centraal staat.
De klok in de kerktoren heeft amper drie uur geslagen of het bordje met 'vol' wordt voor de ingang geplaatst. Teleurgesteld druipen veel mensen af naar hun auto, waarvan sommigen in de drek vastzitten. Het is improviseren, maar geen mens klaagt, men schikt zich in zijn lot. Een boer in de naaste omgeving houdt nauwlettend in de gaten of zijn uitrit ook geblokkeerd wordt. Twee echte fans van De Marsumer zanger, uit de omgeving van de Trekweg onder Oudwoude ondervinden verbaal nadrukkelijk dat de boer hier weinig mee op heeft. De beide fans zijn te laat, veel te iaat zelfs, maar besluiten toch om buiten in de luwte te luisteren naar 'hun' Piter. Na de pauze mogen ze in de hal staan, waar het warmer en droger is en bovendien krijgen ze een warm bakje koffie aangeboden.
De vaste bezoekers van de Kloosterkapel zijn berekend op 't wachten. In een hoekje zit een mevrouw te genieten van 'Berjochten út Budapest' het Fryske boekewike geschenk van Douwe Kooistra uit Veenwouden. Eenmaal in de kerkbanken ontstaat een heerlijk ontspannen sfeertje. Piter is op z'n best en zoekt het contact met zijn fans die zich regelmatig roeren. De kaalheid van de licht bewegende takken van de bomen achter de beslagen ramen vormen een prachtig decor voor de man voor de kansel die het publiek bespeelt als een 'timmermantsjoender'. De lijnen op de ramen zijn grillig,' een element waarbij de brandende kaarsjes en de minimale verlichting uitstekend passen. Het geheel geeft het gevoel van knusheid, waarbij het houtvuur ontbreekt. Ondanks de elektrische aspecten, komt toch het nostalgische element naar boven. Wellicht was de sfeer hier ook zo in lang vervlogen tijden, toen monniken in deze regio nog de dienst uitmaakten.
Dit gevoel krijgt nog meer gestalte door de wilgenkatjes in het melkemmertje. Een entourage waarin een troubadour zich thuis moet voelen, een geheel dat toch past in het kader van een kerk. Het gevoel van verbondenheid met de troubadour, maar ook met zijn allen. Mensen vergeten hun zorgen, zingen, klappen en genieten van wat Piter Wilkens brengt. Wilkens die figuurlijk wordt aanbeden door zijn ouderlingen, zoals zijn ouders, vrouw en zuster die als gasten aanwezig zijn. Gasten die genieten en met heimelijke trots zien hoe hun partner het publiek bespeelt als een minstreel.
Publiek dat bestaat uit een mengeling van jong en oud. Simmer 2000:was goed voor Fryslán, maar zeer zeker ook voor Piter Wilkens, die enorm geniet van het succes dat hieruit voortkwam. In zijn blauwe spijkerbroek en donkere groene hemd begint Piter met zijn, laatste grote succes 'It paad werom'. Piter heeft er duidelijk zin in, maar het publiek ook. Na twee nummers schudden de kerkbanken en zingt en klapt het publiek mee. Piter Wilkens begeleidt zichzelf op een gitaar, een gitaar die het zwaar te verduren krijgt in het verloop van het concert. Drie snaren kost het optreden.
Het optreden is zonder kapsones en wars van iedere sterallures, terwijl Wilkens toch tot de Friese top gerekend mag worden. Hij lijkt volkomen ontspannen en met zijn innemende brede, spontane lach wint hij het publiek voor zich. Zijn ogen vertonen een kwajongensachtige blik. De passie waarmee hij speelt is heerlijk. Het is duidelijk geen plichtmatig optreden. Wilkens is op zijn best, speelt alsof zijn Ieven er van afhangt. Het publiek geniet en waant zich in een andere wereld. Dat Wilkens geen geheim maakt van zijn afkomst is genoegzaam bekend. Hij is een ambassadeur van Fryslân in zijn eigen provincie.
"Wat docht Piter?" De heldere stem van een klein meisje is niet storend, maar eerder een toegevoegde waarde. Piter glimlacht, reageert en beukt extra op zijn gitaar. Hij krijgt het publiek mee, publiek dat in de pauze een bakje koffie voor de bijna historische prijs van één gulden koopt. In de frisse buitenlucht wordt een sigaretje gerookt, terwijl persfotograaf Alex Bouma zijn huis ter beschikking stelt voor mensen die naar het toilet moeten.
Ook na de pauze heeft Piter; geen enkele moeite om de zaal weer aan zich te binden. 'Samen op weg' in de kerk met Piter Wilkens. 'Altyd mem har pop' lijkt bijna een ode aan zijn ouders, maar als 'De Greideroas' bloeit gaat iedereen uit zijn dak. De handdoek komt steeds vaker in beeld, het zweet vindt zijn weg over het gezicht van Wilkens, terwijl de blouse langzaam maar zeker meer donkere vlekken krijgt. In het tweede gedeelte van het concert wordt hij begeleid op mondharmonica door Jacob de Boer van Sweat en Bjuster. De eenheid van de instrumenten snijdt door de ziel van de oude massieve kerk. Samen met Jacob worden de 'knoopkes' langzaam maar zeker losgemaakt. Piter kan er maar geen genoeg van krijgen, maar ook zijn fans niet. Het optreden loopt uit, maar niemand loopt weg. De Kloosterkapel op, zijn best. 'It paad werom' is ook het laatste nummer. Iedereen hoopt dat Piter dit paad weer vindt naar de Kloosterkapel.
De Kloosterkapel waar artiesten ruimte krijgen om te spelen wat ze mooi vinden. Waar publiek en artiesten contact met elkaar hebben. Gewoon heel gewoon misschien, maar juist vanuit deze eenvoud aangenaam warm en gezellig. Eigenlijk mag deze organisatie best eens een keer het daverende applaus krijgen wat Piter Wilkens zondag ten deel viel.

terug naar Piter Wilkens

Deze pagina is bijgewerkt op