Friesch Dagblad op het web

Excentriek Liet Ynternasjonaal

HESSEL FLUITMAN

Na twee avonden met twintig verschillende solisten en groepen die in twee afdelingen (Fries en Internationaal) om de hoogste eer streden, rolden vier totaal verschillende winnaars uit de bus.
Bij Liet Ynternasjonaal liepen de meningen van jury en publiek niet zo ver uiteen. De muziekstijlen wel. De winnares van de publieksprijs, Gwenno uit Cornwall met een semi-akoestische uitvoering van haar lied in het Cornish - een taal die nog slechts door tweehonderd mensen wordt gesproken - werd bij de uitslag van de jury derde. De Friese Publieksprijswinnaar kwam bij de jury achter in de middengroep uit. Op beide avonden streden twee jongens mee om de hoogste eer en beiden werden op het laatste moment tweede. Frappant.
In een uitverkocht huis, gevuld met fans en familie van de bands, werd zaterdagavond gestreden om de trofee van Liet 2003. Het werd het lied It allerheechste guod. Het historisch getinte lied over de wereld van Greate Pier in 1515 streek met de eer. De groep Bacon and Bones met Dirk Spek als hun tekstschrijver en componist haalde de hoofdprijs uit de tombola. Dat deed de groep ze met een tekst waarin waarden en gezegden uit het verleden gebruikt worden die nog altijd in het collectieve geheugen van de Friezen liggen opgeslagen en met een mooi gecomponeerde en afwisselend gearrangeerde melodie.

Poëtische tekst
Ook was de tekst nog redelijk te verstaan. Dat slaat blijkbaar het meest aan bij de jury. Hoewel, het had heel anders uit kunnen pakken. Door de eenvoud van presentatie en door de poëtische tekst werd Jehannes Reitsma met zijn lied over de sfeer in Peazens en Moddergat een goede tweede.
Het gebruik van een strijkersectie werkte opnieuw door bij het behalen van de publieksprijs. Tijdens de pauze bleek de groep Meänder met hun lied Libbensstream bij de luisteraars in de zaal de meeste indruk te hebben gemaakt.
Jammer dat bij sommige groepen het geluid van de zang werd weggedrukt door de ritmesectie, zodat de tekst van het lied niet meer te verstaan was.
Zelfs in de Friese Liet competitie dringen de nieuwe muzikale verworvenheden door. De rap van Fansels was verfrissend. Vooral doordat het niet door een medelander in gabberbroek werd gedaan, maar door een dame achter een toetsenbord. Gabber Andy echter, speelde min of meer de blues op een scherp afgestelde gitaar. Het kan verkeren. Er is wat voor te zeggen dat de groep met de mooiste uitvoering van een lied, Johran Koning, met Peter Sijbenga, Marcello Roosenstein en Geppy Haarsma ook de beste compositie afleverde. Echter dat lied hoorde niet meer bij de afdeling lichte muziek, maar moest meer bij de serieuze muziek worden geplaatst. Daardoor plaatste die groep zich in feite buiten het bestek van het festival.
Tijdens de pauze was de winnaar van Liet Internationaal 2002, de Catalaanse groep Pomada, te beluisteren. Terug in de zaal werd het publiek verrast door een Liet2002-superband, samengesteld uit de winnaars, de tweede en de derde prijswinnaars van vorig jaar, die even lieten horen waartoe ze nu in staat zijn. Deze groep gaf een spetterende show weg met veel lef en inzet. Net zoals Twarres de afgelopen jaren al bewees, gaven de leden van deze superband ook aan hoever je kunt komen in de muziek. Ook voor hen zal de Liet-competitie een duwtje in de rug zijn geweest om verder te komen.

Actiegroep
Tijdens beide avonden stond de actiegroep Te Mal voor de deur om handtekeningen te verzamelen tegen drastische bezuinigingen door de provincie op het culturele vlak. Terwijl er in de Provinciale Voorjaarsnota nog vijf miljoen euro over zou zijn op de begroting, moet er nu opeens fiks in culturele subsidies worden gesneden. Er werd bijna zonder uitzondering tegen die bezuinigingen getekend.
Zondagavond bleek dat de minderheidstalen internationaal nog volop door muziekgroepen worden gebruikt. Hun muziek wordt echter niet meer uitsluitend met een gitaartje en een tamboerijn gespeeld, maar met behulp van steeds meer elektronica en andere moderne technieken. Het resultaat is ook lang niet altijd meer onder het kopje folk te schuiven. Het varieert van vriendelijke pop via hiphop en hardrock tot zingen met een soundtrack.
De winnaar van vorig jaar, de Catalaanse groep Pomada, deed dat al, maar ook de Galicische zanggroep Anubia maakt er gebruik van. Hun optredens worden daardoor heel gevarieerd: triozang met slechts drie tamboerijntjes, daarnaast met begeleiding van elektrisch versterkte gitaar en accordeon, tot en met de genoemde soundtrack. Tijdens de presentaties in de pauze kwamen ze beter uit de verf dan tijdens hun festivaloptreden.
De meest opvallende act van de avond was van de groep die ook de hoogste prijs in de wacht sleepte: Transjoik uit Lapland of Sameland. De groep bestaat uit twee slagwerkers die een identieke drumset bespelen en vaak ook nog tegelijk en twee zangermuzikanten die beide een keur aan elektronica rond hun instrument hebben staan. De één bespeelt als hoofdinstrument een orgel, de ander heeft een gitaar omhangen. De zang bestaat uit joiken. Dat is: zingen met geluiden vanuit de keel. Het gaat daarbij niet om teksten, maar om het creëren van sferen.
Het is verbazingwekkend hoe ze met steeds meer eigentijdse hulpmiddelen de oeroude klanken tevoorschijn toverden. Maar hun extreme act had wel het meeste succes. Het was een mengeling van woordloze zang, improvisatie en slagwerkgrooves die hypnotiserend in kunnen werken op de luisteraar. Een keuze voor oeroud en zeer modern. Het resultaat was een excentrieke en fascinerende show. Een verrassende uitslag.

terug naar Liet Festival

Deze pagina is bijgewerkt op