libelle

Libelle op het web

"Ik ben vooral gewoon
een opa van zestig,
niet meer en niet minder"

Bennie Jolink, zanger van Normaal:

Bennie Jolink past regelmatig op zijn kleinkinderen, houdt de tuin een beetje bij en rijdt rustig door de straten van Hummelo. Deze week wordt hij zestig jaar. Ondanks dat hij zelf zijn ruige imago gekweekt heeft, wil hij er nu eens eindelijk van af. "Mensen willen maar niet snappen dat ik heus niet elke dag dronken ben".

Zijn huis ligt ergens verscholen op het platteland. Geen wonder dat ik de weg niet kan vinden. Als ik een fietser aanspreek en uitleg dat ik op zoek ben naar Bennie Jolink, lacht ze en vraagt ze me haar te volgen. Als ik eindelijk aankom bij het huis, zie ik ergens achter in de tuin een man onkruid wieden. Dat zal hem toch niet zijn? denk ik. Het wroeten in een groentetuin staat zo haaks op zijn ruige imago als rocker die houdt van høken, brekk'n en angoan... Als de man in de tuin even later zijn rug recht, herken ik meteen de gestalte van Bennie Jolink.
Hij steekt z'n hand op en komt aanlopen met een bakje verse aardbeien uit eigen tuin. "Ie bunt mooi op tied", groet hij in onvervalst dialect, terwijl hij de weelderige grijze haardos uit z'n gezicht veegt. We gaan rustig zitten en praten wat over de tuin. Dan begin ik over het contrast tussen Bennie de tuinman en Bennie de rocker. Als door een wesp gestoken steekt hij van wal. "Dat imago klopt al jaren niet meer, ik moet er ook vanaf. Mensen willen maar niet snappen dat ik heus niet elke dag dronken ben, dat het vaak ook heel goed met me gaat én dat ik het hele alfabet uit mijn hoofd ken. Eigenlijk ben ik een doorsnee type (lacht hard). Ik ben vooral gewoon een opa van zestig. Niet meer en niet minder."

Bennie over zijn imago

Het is toch niet heel vreemd dat mensen alleen je ruige kant kennen. Dat imago heb je nota bene zelf gecreëerd.
"Klopt. En daar heb ik nu spijt van. Maar toen ik dertig jaar geleden voor het eerst met Normaal op het popfestival in Lochem stond, ging er een golf van verbazing en verwondering over het terrein toen ik het publiek de eerste woeste kreten in dialect toeschreeuwde. Dit is een ander geluid, moeten ze hebben gedacht. Voor ons was het direct: eureka. Hier moesten we iets mee doen. En dus besloten we ons repertoire helemaal dialect te maken. Het kon niet gek genoeg. Ik was dertig en wilde nu eens écht voor iets gaan, iets afmaken. Voor die tijd was ik al aan allerlei dingen begonnen, maar gaf ik er ook zo weer de brui aan. Dat kon niet meer, vond ik. We waren echt vier goede vrienden. De neuzen stonden allemaal dezelfde kant op. Als we bij elkaar kwamen, gingen we eerst praten, of noem het vergaderen.
En dat was uitzonderlijk. Bij andere bands pluggen de muzikanten meteen hun stekker in het stopcontact en produceren dan onafhankelijk van elkaar een boel lawaai. Vreemde gewoonte. Maar goed, ons motto was: zoveel mogelijk shockeren, altijd een schepje erbovenop. Later ging ik twijfelen aan dit imago en nu baal ik er zelfs van. 'Ja, maar je stimuleert het imago nog steeds door het motorrijden', hoor ik critici dan zeggen. Ze moesten eens weten. Motorcross is een heel zware sport waar je veel voor moet trainen en discipline voor moet hebben. Dat vergt een serieuze levensinstelling. Ik ben dus écht niet de hele tijd aan het høken. Je zou me op dinsdag eens moeten zien, dat is mijn opadag."
En wat doe je zoal met je kleinkinderen?
"We passen nu nog maar op één kleinkind, Novi van drie, omdat de twee oudsten, Luna en Noor, naar school gaan. En tja, ik doe van alles met hem in en om het huis. Ik zou ook met hem naar zwemles kunnen gaan, maar daar erger ik me zo, dat ik dat maar niet doe. Ze doen alleen maar spelletjes met ze en leren zwemmen, ho maar."
Is dat écht de reden dat je niet gaat?
"Nee, ik geef toe dat dat niet de échte reden is. Al erger ik me daar wel aan hoor. Maar als ik me in dat zwembad vertoon, willen mensen alleen maar praten over Normaal. Daar heb ik niet áltijd zin in."
De tol die je moet betalen voor het BN'erschap.
"Ik haat het om Bekende Nederlander te zijn. Als ik dat van tevoren had geweten, had ik misschien andere keuzes gemaakt. Overigens kan ik in Hummelo gewoon over straat zonder te worden lastiggevallen, hier ben ik gewoon Bennie van de schilder."

De jeugd van Bennie

Vertel eens iets over je jeugd. Je bent een babyboomer, geboren in september'46?
"Klopt. Ik was een bevrijdingsbaby. Mijn ouders waren allebei Nederlands Hervormd en mijn moeder heeft me wel eens toevertrouwd dat ik het enige geplande kind van ons gezin was. Ik was vaak ziek,
had last van astma en werd daarom vaak voorgetrokken en verwend. Mijn vader was schilder, werkte keihard en ik ben dus in feite door mijn moeder opgevoed. Zij had de broek aan, was de zakelijk leider. Ze is heel intelligent en belezen. Ik kan wel zeggen dat ik in een superfeministische omgeving ben opgevoed. Daar was niets vreemds aan. De moeders van mijn vrienden hadden óók de broek aan thuis. Ze waren streng, zo van: 'Kom binnen Bennie, klompen uut. Voet'n veeg'n. Kiek dan toch jong, weer een vlekke op de bookse.' Er gebeurde niets zonder dat het met de vrouwen werd overlegd. Ik vond het dan ook zoiets vreemds dat de vrouwen in de jaren zeventig ineens aan zichzelf moesten werken. Mijn moeder, zussen en mijn huidige vrouw waren al die tijd al echte feministen, zonder het woord feministe in de mond te nemen. Wat ik tegen het huidige feminisme heb? Het is anti-man. En ik vind dat je niet moet discrimineren. Of het nu om een homo gaat, een neger of een man. Iedereen is gelijk. Hans Dorrestein zei ooit eens: 'Een macho is voor een gewone man net zo onverdraaglijk als voor een vrouw.' Maar neem van mij aan, dat het aantal vrouwen dat stiekem op een macho valt niet te tellen is. Ik heb ook al eens gelezen dat vrouwen het liefst twee mannen willen. Voor de voortplanting een macho, een weerbare man. En voor de kinderen een lieve, zorgzame man. Ik zeg vaak tegen mijn vrouw: 'Wat heb jij toch een mazzel dat ik allebei ben.' Nee hoor, dat is gekheid. Ik ben een ras-softie, helemaal geen macho. Al heb ik wel van mijn vader geleerd dat je nooit bang moet zijn, maar dapper. Mijn vader zat in het verzet en verborg veel onderduikers thuis. Hij had een hekel aan angst en lafheid. Dat krijg je mee. Bovendien, als plattelandsjongere toon je geen angst; althans, dat is niet de gewoonte. Ik was een waaghals, vloekte om het hardst en was vaak roekeloos. Ik wist dat de sloot te breed was, maar sprong toch. Later als volwassene durfde ik harde beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld iemand uit de band zetten. Dat is heel moeilijk. Dat is net zoiets als een echtscheiding. Je ziet iemand namelijk net zoveel als in een huwelijk, misschien wel vaker. Dat is heel emotioneel, met alle narigheid van dien. Ik durf en ik heb dat soort beslissingen wel genomen. Maar dan lig ik er vervolgens wel weer nachten wakker van. Dus dan ben ik toch weer een softie."
Was je ook zo van slag toen je scheidde van je eerste vrouw?
"Ja, dat betreur ik nog steeds. Ik zie het als een debacle. Maar het ging niet tussen ons. We pasten niet bij elkaar. We hebben met de definitieve scheiding gewacht tot Gijs groot genoeg was en toen goede afspraken gemaakt over de opvoeding van onze zoon. Ik bleef wonen in ons huis en ontmoette Elly, mijn tweede vrouw. Gijs was er vaak, alleen heb ik dat niet gemerkt omdat ik druk was met de band. Op die vader die ik toen was, ben ik overigens helemaal niet trots. Gijs ging vaak naar mijn ouders. Hij is ontzettend dol op ze. Ze zijn ook mijn beste vrienden, welke man van zestig kan zeggen dat zijn beide ouders nog leven? Vast niet veel. Mijn moeder regelt nog alles, tenminste, dat denkt ze. Ik merk duidelijk dat ze nu wel ouder worden. Mijn moeder loopt slecht en mijn vader heeft onlangs nog een hersenbloeding gehad, ze hebben veel thuiszorg nodig."
Luister je nog altijd naar de wijze raad van je moeder?
"Nee, tot haar ongenoegen wil ik nog wel eens iets anders doen. Vorig jaar brak ik twee middenvoetsbeentjes bij het motorcrossen. Mijn vrouw werkt bij de huisarts en in de wachtkamer ving ze een gesprek op tussen twee oude dames. 'Heb-ie dat geheurd van Ben Jolink? Den hef een middenvoetsbeentje gebrok'n met motorcross'n. En zien moeder had'm nog wel zóóóóó gewaarschuwd.' Mijn vrouw lag dubbel van het lachen."

Bennie over zijn depressie

Je bent twee keer opgelicht door managers en de laatste keer werd je zelfs depressief.
"Klopt. Het ging geestelijk en fysiek niet goed. De optredens toen waren slopend, we deden er 120 per jaar. Ik stond bijna elke dag ziek op en met veel medicijnen voelde ik me dan weer wat beter. Je moet je voorstellen dat ik al meer dan twintig jaar hard gebikkeld had, mijn gezin verwaarloosde en dat me toen op een dag verteld werd dat de kans groot was dat ik zou eindigen met nul cent op de bank. Nou, dan ben je niet trots op jezelf. Ik verloor het vertrouwen in mensen, was somber en trok me terug. Je gaat je afvragen waarvoor je het allemaal gedaan hebt. In plaats van altijd maar met Normaal bezig te zijn, had ik meer aandacht kunnen besteden aan mijn zoon Gijs. Ik had niet genoeg oog voor hem. Ik dacht dat als er iets zou zijn, hij me het wel zou vertellen. Maar zo werkt het niet. Je moet ernaar vragen. Dan zei ik: Hoe was het op school? 'Góed!!' zei hij dan. Ik dacht ook altijd dat hij heel braaf was. Dat vond ik wel eens jammer en dan zei ik voor de grap: 'Ik moet zelf de ruiten maar gaan ingooien en zeggen dat hij het heeft gedaan.' Op een dag werd ik gebeld door meester Bosman. Hij zei: 'Uw zoon Gijs heeft samen met een andere jongen alle fietsbanden van de kerkgangers leeg laten lopen. Dat geeft toch geen pas?' Ik zei: 'Ik zal hem er zo meteen ernstig over onderhouden, meester. Maar in plaats daarvan legde ik de hoorn neer en zei tegen mezelf: Yes! Hij heeft toch wat van zijn vader. Aan de andere kant ben ik blij dat hij anders is dan ik. Hij is veel zake-lijker, wijzer (Gijs speelt ook in een band, Jovink en de Voederbietels, red.).
Ik stort me overal en nergens op. Het is een soort fanatisme. Mijn vrouw Elly zegt ook altijd: 'Jij hebt geen hobby's, je weet niet eens wat dat is. Je hebt alleen maar projecten. En die moeten dan weer tot in het oneindige worden doorgevoerd.' Het klopt wat ze zegt. Ik kan niets loslaten. Dat heb ik altijd al gehad. Het heeft me ook wel veel gebracht. Dat is de reden dat ik succes heb. Als kind tekende ik veel omdat ik zo vaak ziek was. Op het laatst werd ik er vanzelf goed in. Ik doseer mijn werk nu wel beter. Doe ook bewust dingen die ik leuk en uitdagend vind zoals de theatertours én dit jaar de Libelle Zomerweek. Zo houd ik het werk spannend."
Hoe ben je er weer bovenop gekomen?
"Elke maandagavond ging ik een uur praten met de huisarts. Ik ben wel extravert, maar niet tot op het bot, dus het kostte me best moeite. Ik kreeg er ook pillen voor, Trazalon. Die heb ik een jaar geslikt. Ik werd er wel rustig van, maar je leven wordt ook vlak. De dalen zijn minder diep, maar de pieken ook minder hoog. Ik heb trouwens wel aanleg om depressief te worden. Het is een familiekwaal. We maken er vaak grappen over. Als ik even in mezelf gekeerd ben en daarover een opmerking krijg, zeg ik: 'Ik kan er niets aan doen, ik ben een autist.' Humor heeft me erdoorheen geholpen, en ook de kleinkinderen. Toen de eerste geboren werd, herinnerde ik me ook weer hoe mooi het was toen ik zelf vader werd. De dag dat Gijs geboren werd, was de mooiste dag uit mijn leven. Al dat gezeik over carrière en zo. Op het moment dat je zo’n kleine hummel in je armen hebt, denk je: Succes? Beroemdheid? Wat een flauwekul, het is allemaal onzin. Zon kind, dát is belangrijk. Ons eerste kleinkind woonde het eerste halfjaar bij ons thuis. Omdat mijn werk 's avonds was, mocht opa vaak oppassen. Die kleinkinderen laten me de zin van het leven zien. Het is voor mij een extra drive om oud te worden. Die behoefte had ik nooit. Ik zei altijd: 'Als ik dertig word, heb ik geluk gehad. Word ik veertig, dan heb ik pech. Zo oud wil ik helemaal niet worden. Toen ik vijftig werd, voelde het al beter en nu word ik zestig en vind ik het zelfs leuk! Dat komt ook omdat ik nog nooit zo gezond ben geweest. Ik heb zelfs geen astma meer. Ik slikte daar de laatste jaren consequent medicijnen voor en sportte vier keer in de week. Het heeft een andere man van me gemaakt."
Zestig en springlevend. Wat is je geheim? Ben je soms iets rustiger op de weg?
"Die auto-ongelukken... Ik heb er twee gehad en dat was domme pech. De laatste keer was het mijn eigen schuld. Ik deed een wedstrijdje met een collega, maar was een bocht vergeten. Voordat ik het wist, lag ik op de intensive care. Toen ik op het journaal mijn eigen foto zag en Noraly Beijer het bericht hoorde voorlezen dat ik wéér een ongeluk had gehad, moest ik wel even slikken. Ineens begreep ik waarom de rest van de familie elke keer zo geëmotioneerd reageerde. Dus mijn rijstijl heb ik een beetje aangepast. Eerder vond ik het jammer dat de banden niet jankten als ik een rotonde passeerde, dat is over. Ik verzamel hier en daar nog wel eens een bonnetje voor te hard rijden. Want om nu 80 te gaan rijden op een recht stuk weg waar niemand andsers rijdt, is onzin. Kinderachtig van de politie om daar te controleren."

Bennie Jolink is ambassadeur van de stichting Varkens in Zicht. Bennie hierover: "De boeren die bij de stichting aangesloten zijn, bouwen een skybox aan hun stal zodat iedere fietsende toerist kan zien dat de varkens een heerlijk leven leiden. En niet mishandeld worden zoals de stichting Varkens in Nood beweert. Dat is ten eerste heel strafbaar en een mishandeld dier levert minder geld op. Zo dom zijn boeren natuurlijk ook niet.'

terug naar Normaal

Deze pagina is bijgewerkt op