TOAL EN TAIKEN

TIEDSCHRIFT VEUR GRUNNEGER KULTUUR

Toal en taiken
op het web

SPAIGELPROATJE

Joop van den Bremen

Mark Brinkhuizen

De HBO-student heeft het druk. Hij volgt een studie elektrotechniek. Een afspraak voor een interview komt pas na veel passen en meten tot stand. Tussen huiswerk, tentamens, opdrachten en een ‘minor’, die hij ook nog volgt in Assen, is er nog een gaatje voor een gesprek. Toch vindt de zanger-gitarist rust tussen alle drukte door bij zijn lievelingsinstrument: de gitaar. Hij staat er mee op en gaat er mee naar bed. Letterlijk.

Mark Brinkhuizen (1994) groeide op in Froombosch. “Daar wonen mijn ouders al hun hele leven en ik ook.“ Ze besloten Mark Nederlandstalig op te voeden, “omdat ik een probleem zou kunnen krijgen op school met de taal en grammatica in het Nederlands.” Toch pikte hij het Gronings op. “Mijn kennissen en familie in mijn omgeving die praten allemaal wel Gronings.” Ook zijn vader. “Hij spreekt Gronings als andere mensen tegen hem in het Gronings praten. Hij is wel in ‘t Gronings opgevoed.”
Van zijn vader leerde hij bovendien gitaarspelen. “Vanaf mijn zesde ben ik bezig met muziek. Ik kreeg mijn eerste gitaar en ben liedjes gaan spelen samen met mijn vader. Die heeft mij de beginakkoorden geleerd. Met drie akkoorden kun je al de leukste kinderliedjes zingen. Daarna ben ik op gitaarles gegaan. Dat heb ik een jaartje volgehouden. Ik kreeg te horen dat ik uitgeleerd was en verder moest kijken naar iets anders. Dus heb ik besloten om zelf aan de gang te gaan door naar muziek te luisteren en te gaan oefenen. Omdat ik echt mijn eigen nummers wilde gaan leren in plaats van uit het boekje. Ik speel namelijk zonder noten en mijn docent die speelde juist met noten.”
Ondertussen heeft Mark heel wat meer akkoorden onder de knie. “Ik kan ze niet allemaal een-twee-drie opnoemen maar de meeste ken ik wel.” Hij gebruikt ze voor muziek die hem lekker ligt. “Ik ben opgegroeid met bluegrass en country. Dat soort muziek. Echt een beetje de oudere garde. Dat is de muziek die ik geweldig vind.” Hij heeft een hele verzameling oude lp’s en singles. “Chet Atkins, Johnny Cash, The Carter Family, Bing Crosby, allemaal van die artiesten èn Doc Watson. Dat is mijn grootste idool in de Engelse muziek.”
Toch zingt Mark Brinkhuizen weinig in het Engels. Hij zingt in een soort regiolect, een mengvorm van Gronings en Nederlands. “In het begin zong ik Nederlandse muziek. Van vroeger, wat ik van mijn vader allemaal meegekregen heb. Op den duur luisterde ik naar Ede Staal. Daar heb ik ook een verzameling van. Ik vond dat geweldige nummers.”
“Ik woon in de provincie Groningen en ik praat met mensen die Gronings spreken. Als je kijkt naar de mensen die er wonen: De meesten spreken geen Gronings meer. Ik vind het gewoon een geweldig dialect en dat probeer ik er graag in te houden. De meesten zijn importmensen. Die kunnen weinig tot geen Gronings verstaan. Wat ik eigenlijk met mijn liedjes probeer te doen: Ik zorg dat er een Gronings tintje aanzit. De meeste woorden zijn wel Gronings maar om de context te begrijpen laat ik het Nederlands naar voren komen.”
Soms spreken mensen hem aan omdat zijn Gronings niet helemaal deugt. “Dan vertel ik dat ik met mijn muziek ook duidelijk wil zijn naar de mensen die import zijn. Om een bredere doelgroep te hebben, zing ik in het regiolect.”
Zijn liedjes begeleidt hij op verschillende instrumenten. “In totaal heb ik zo’n 25 gitaren gehad. Die ben ik langzamerhand aan het wegdoen om te vervangen voor handgebouwde. Adrian Farmer van de Stroatklinkers bouwde al mijn instrumenten: de dobro, banjo, ukelele en archtopgitaar, dat is meer een jazzgitaar. Alles heeft hij voor me gemaakt. Er is nog één gitaar onderweg.”
De techniek voor het spelen pikt hij vooral op van internet. “Ik kijk veel filmpjes en daar leer ik gewoon veel van. Wat ze op dat soort filmpjes doen.” Zo leerde hij zich een eigen stijl aan, een mengvorm van zowel slag- als finger style-gitaar. Hij oefent als er even tijd voor is. “Ik val bijna elke dag in slaap met mijn gitaar. Als ik ‘s morgens wakker wordt dan heb ik mijn gitaar in de hand. En als ik thuis ben. Eigenlijk altijd.” Door de talentenjacht Café Martini XL, van RTV-Noord, speelde Mark zich in de kijker. “
Keek deur t keukenroam was het nummer waarmee ik op de radio ben begonnen. Ik was daar als enige Groninger artiest. Daarna kwamen er optredens en nou kom ik eens in de zoveel tijd weer op de radio, maar dan met een nieuw nummer.”
“De inspiratie voor mijn liedjes komt overal en nergens vandaan. Als ik in de auto rijd naar school toe of thuis op de WC of in bed bijvoorbeeld. Dan pak ik gelijk de telefoon erbij om het begin te schrijven. Ik heb de muziek in mijn hoofd zitten, hoe ik het wil gaan spelen. Meestal zit ik dan met de gitaar erbij te schrijven. Nummers zoals Keek door t keukenroam daar was ik in een minuutje of vijf mee klaar. Maar aan een nummer heb ik helemaal geen tijd verbonden.”
Op de acht tracks tellende cd staan gevoelige liedjes. Dat is niet bewust zo gegaan, denkt Mark. “Ik ben wel iemand die heel graag gevoelige nummers zingt en luistert. Daar zal dat ook uit voortkomen.” Het zijn ook niet altijd de gemakkelijkste en lichtste onderwerpen die hij kiest. Wel zaken die hem erg bezig houden. “Het zouden net zo goed vrolijke nummers kunnen zijn, maar ik heb dit jaar heel veel beleefd. Mijn moeder is drieënvijftig jaar geleden afgestaan en geadopteerd. Na een zoektocht van tien jaar had zij haar biologische moeder gevonden. De eerste ontmoeting was een grote tegenvaller. Zij werd niet geaccepteerd, ook niet door de familie, op één zus na. Uiteindelijk na een aantal maanden kwam de erkenning van haar moeder. Net op tijd want negen maanden later is ze overleden. Zij heeft nooit willen vertellen wie mijn moeders vader was. Door afgenomen DNA is dat inmiddels bekend. Bij leven heeft mijn moeder nog een haarlokje mogen afknippen van mijn oma. Een zeer heftige periode voor ons als gezin.” Ondanks al die gebeurtenissen, die hij ook in zijn liedjes verwerkt, is het toch geen sombere of indringende cd geworden. “Want”, weet Mark “spelen is puur ontspanning.”
Zijn eerste ‘spaigelploatje’ opent met Dien schaduw, een lied dat als een folksong klinkt. Het gaat over verliefdheid. Niet bij hem zelf, maar bij anderen. “Het is iets wat in je opkomt. Je ziet vrienden bijvoorbeeld die met problemen zitten of verliefd zijn en zulke dingen graag uiten.” Zelf is hij niet verliefd. “Nee, dat volgt zijn eigen weg. Ik ben gewoon bezig met mijn opleiding. Dat komt vanzelf. Dat volgt zelf zijn pad.”
Mien plofke schreef hij naar aanleiding van een verhaal van zijn vader. “Er was een boertje uit de buurt die een brommer bij de sloop wou doen. Mijn vader dacht dat zo’n brommer niets kostte en dat het hem verder ook geen geld zou kosten zoals benzine, ketting en tandwielen. Hierin had hij zich vergist. Daarom had hij zijn plofke maar gauw weer verkocht.” De muziek klinkt als een ouderwetse countryblues. “Dat is de muziek waarmee ik ben opgegroeid en dat probeer ik er in te verwerken.”
In Keek deur t keukenroam verplaatst hij zich in de gevoelswereld van zijn grootmoeder. “Ik was bij mijn oma van negentig jaar op visite. Die liep even naar de keuken. Zij hoorde wat buiten en keek door het keukenraam. Er viel een stilte en vernam haar afwezigheid. Ik ben rustig achter haar gaan staan en keek over haar schouder om te zien waar zij naar keek. Een groepje kinderen was aan het spelen met een touwtje en een balletje om hun been. Ik voelde wat zij dacht: ‘Was ik maar weer klein’.” Mark speelt daarbij op meerdere instrumenten. Het lied heeft een bluegrass-sfeer. “Ik heb vaker nummers gemaakt met de dobro en banjo maar dit is wel het eerste nummer dat ik zelf geschreven heb om zo te doen.”
Ik kiek in de spaigel schreef hij op verzoek van een radioprogramma voor een inzamelactie voor zieke kinderen: Make a wish. “Ik heb een aantal punten gekregen waar het over moest gaan en voor de rest was het allemaal aan mij. Het is een droevig lied. Kinderen die alles uit het leven halen ondanks dat zij zo ziek zijn. Deze kinderen weten dat de toekomst hun niet is gegund. Veel angst en verdriet en toch die zware last dragen. Bij de inzamelactie gaat het juist om vrolijkheid maar ik heb wel de realiteit naar voren gebracht. Het zit dieper dan de vrolijke lach die je op dat moment hebt. Ik heb het lied geschreven en was er heel blij mee. Ik heb er leuke reacties op gehad. Twee keer heb ik het live gespeeld bij Radio Westerwolde. Daarna is het lied vaak voor de radio gedraaid.”
Delfziel volgde ook op een verzoek. “RTV Noord had mij gevraagd om op te treden, in Delfzijl in de studio, voor Delfsail. Ik heb hiervoor dit lied geschreven. Dat de boten binnenkomen, de relatie tot de zeelui en de mensen aan wal.” Mark bouwde er geluidseffecten in die hij op internet vond. “Daar heb ik nog wat aan veranderd, zodat het ook echt klinkt als een normale scheepstoeter.” Die past uitstekend in de melodie en de maat. “Ik probeer in mijn muziek ook zulke elementen te leggen. In Mien plofke heb ik een brommertje in het voorstuk. Ik vind het geweldig om zulke elementen er in te schroeven.”
Ook Langs de diek heeft verliefdheid als thema: “Wat dat met je doet. Je bent bevangen en hebt geen controle meer over jezelf. De held die je altijd bent is zo verlegen en bang om haar te vragen. Dit lied heb ik eerder bedacht dan Mien schaduw.”
Hoe springerig de liefde ook is, de liedjes van Mark Brinkhuizen blijven vaak in het oor hangen. “Na mijn optredens zaten ze mijn liedjes nog te zingen en te neuriën. Dat vond ik geweldig.” Toch weet ook Mark niet van te voren of een liedje goed valt bij het publiek. “Natuurlijk luister ik zelf ook wel honderd keer voordat ik er iets mee doe. Als het goed klinkt dan ga ik er mee aan de gang. Ik probeer het wel bij mijn eigen familie: ‘hoe klinkt het nummer?’ Ik zet het on line als het leuk is.”
Mark is een familiemens. Dat blijkt in Kerst gevuil. “Dat lied is geschreven uit mijn eigen ervaring. Hoe het in het leven kan gaan. Ondanks alles kan ik met kerst zeggen: ‘alles van afgelopen jaar is gebeurd met een reden’. Zo is het leven. Met kerst zijn de dagen dat je iedereen nog eens kunt vragen. Je voelt vaak een prettig 'behagen'. We zitten altijd bij elkaar met de familie en we hebben fijne dagen. Dan zitten we echt even te vieren. Lekker gourmetten bijvoorbeeld. Zulke dingen. Ook dit jaar. Het was een zwaar jaar. Dus daar hebben we weer heel wat afgesloten.”
Het stormt al mijn leven schreef Mark helemaal vanuit de gedachte van zijn moeder. “Als mijn moeder naar haar oorspronkelijke moeder ging, was ik altijd mee. Dus ik heb het altijd kunnen zien vanuit haar perspectief. Hoe zij het beleefd heeft en wat dat met haar deed. Ik ben dus eigenlijk al gauw op dat nummer gekomen. Ik heb er wel voor gekozen om het volledig in het Nederlands te doen, omdat de mensen waarover het allemaal gaat, verder in het zuiden van het land wonen. Dus die verstaan echt heel weinig Gronings en toen dacht ik: ‘Dat mengelmoesje heeft ook helemaal geen zin’.”
De reacties van de betrokkenen waren goed. “Ze vonden het ontroerend en een doeltreffend verhaal.” Ook de reactie van zijn moeder was positief. “Het geeft haar een hele voldoening. Ze luistert het nummer iedere week wel.”
Mark maakt, behalve muziek, eigenlijk alles zelf. “Ik zit vol met hobby’s, ben met websites aan de gang, muziek en liedjes schrijven, gitaar spelen, buiten bezig.” Stilzitten is er eigenlijk niet bij. “Dat komt zelden voor en als het zo is, dan zit ik wel weer met mijn gitaar lekker te ontspannen. Stilzitten, dat is bij het eten.”
De cd-hoes is ook eigen werk. “Ik ben geïnspireerd door Ede Staal zijn singletje Zalstoe aaltied bie mie blieven. Op de hoes daarvan zie je een fiets staan met sneeuw. Ik ben zelf met tekenprogramma’s aan de gang gegaan. Daar heb ik een plofke van gemaakt. Ik had echt als doel om mijn allereerste cd helemaal zelf te maken. Het opnemen heb ik ook zelf gedaan.” Toch oogt en klinkt alles stukken beter dan het werk van een alledaagse amateur.
Eigenlijk zou hij nog veel meer willen doen. “Ik sta overal voor open.” Misschien nog een cursus Gronings of een cursus liedschrijven. “Dat zijn allemaal dingen die me hartstikke leuk lijken. Alleen met de studie die ik momenteel doe, ben ik al de hele week bezig.” En met gitaar spelen natuurlijk.

Ik rie op mien plofke (markbrinkhuizen.nl) € 7,50 exclusief verzending.

terug naar Mark Brinkhuizen

Deze pagina is bijgewerkt op