TOAL EN TAIKEN

TIEDSCHRIFT VEUR GRUNNEGER KULTUUR

Toal en taiken
op het web

SPAIGELPROATJE

Joop van den Bremen

Irene Wilkens

Ze zingt in onvervalst Gronings. Toch vindt het interview in het Nederlands plaats. “Ik woonde in Muntendam. Dus iedereen om mij heen sprak dialect. Maar in die tijd werd je in het Nederlands opgevoed en sprak je eigenlijk geen dialect. Zo is dat gegaan. Maar het Gronings dat hoort gewoon bij mij. Dat zit in mij. Maar praten is gewoon heel lastig. Groningen is natuurlijk niet alleen de taal. De cultuur is veel breder. Dus ook de gebruiken. Hoe mensen in het leven staan. Hoe mensen denken en hoe ze praten. Dat weet je volgens mij alleen maar als je hier opgegroeid bent.”

Irene Wilkens (Groningen, 1980) verhuisde kort na haar geboorte naar Muntendam. “Toen ik daar opgroeide en gewoon Nederlands sprak, zeiden ze vaak ‘Proat even normoal’ en ‘Wilst n klap mit telefoonbouk op kop hebben?’ of zoiets. Daar ging ik dan gewoon in mee door te knauwen en af en toe wat Gronings te zeggen. Dan werd je wel geaccepteerd.”
“Mijn moeder was accordeoniste. Mijn vader kwam uit een arm gezin. Die heeft geen mogelijkheid gehad om zich te ontwikkelen op muzikaal gebied. Hij was wel heel muzikaal. Van hem heb ik ook het zingen. Wij waren altijd samen aan het zingen, tweestemmig. In de auto of gewoon als we op de bank zaten.”
“Ik ben accordeon gaan spelen want dat deed Mama ook. Dat vond ik heel interessant. Ik speelde op mijn kamer en af en toe ging ik ergens op een marktje staan. Maar ik deed dat altijd alleen. Dat paste niet goed bij mij. Dus ben ik klarinet gaan spelen. Binnen drie maanden zat ik in het harmonieorkest. Ik oefende me helemaal suf. Ik was de hele dag aan het klarinet spelen. Daar bleek ook dat ik echt talent had. Voor muziek sowieso, maar ook het klarinet spelen ging mij heel goed af. Dus ben ik met de vooropleiding van het conservatorium begonnen.”
Na de HAVO mocht ze naar het conservatorium in Groningen. “Wat ik al jaren wilde. Eindelijk alleen maar muziek maken. In eerste instantie ben ik nog doorgegaan met het hoofdvak klarinet. Ik kwam er achter dat alleen maar bezig zijn met één instrument niet bij mij paste. Er werd van je verwacht dat je, per dag, vier à vijf uur studeerde op een kamertje van twee bij twee op het conservatorium. Ik had een heel strenge leraar. Als hij het niet goed vond dan gaf hij je een hand en zei: ‘Ga maar studeren.’ Dus daar ging ik elke week met buikpijn naar toe. Toen ben ik schoolmuziek gaan studeren. Dat was veel socialer. Veel stages lopen op scholen. Lessen geven op de Stedelijke Muziekschool en spelenderwijs met kindjes van vier, vijf, zes jaar. Dat vond ik heel erg leuk. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd. Maar daar kwam ik er achter dat je met name les ging geven op de middelbare school. Ik denk, nu ik wat ouder ben, dat het nog te dicht bij mij stond. Ik was net van de middelbare school af en dacht: ‘Als ik dit mijn hele leven moet doen.’ Het was een hele grote stap om te zeggen: ‘Ik ga toch weer wat anders doen’. Ik ben in deeltijd maatschappelijk werk gaan studeren. Dat was een goede keuze. Daarnaast ben ik geld gaan verdienen om alles te kunnen bekostigen.”
“Toen de conservatoriumstudie klaar was, had ik het idee: ‘Ik ga alleen maar doen waar ik zin in heb’ en ben ik steeds meer gaan zingen. Dat deed ik ook al op het conservatorium. Dan deed ik mee met t Tuutjefloitersfestival in Hoogezand. Dus dat Groningstalige, dat speelde toen al. Maar het was nog niet zo serieus als wat ik nu doe.”
Wilkens speelde en zong in de popbandjes, Ragdoll, Xclusive, Blueprint en de ABBA-coverband SOS. “Ik vond het fantastisch. Zo veel mogelijk met de muziek weg. Met SOS zijn we zelfs naar Noorwegen, Duitsland en België geweest. Het zou eenmalig zijn op de Tribute night in Veendam. Het was zo’n succes dat we hebben gezegd ‘we gaan door’.”
Wilkens zong voor het eerst in het Gronings met haar aanstaande schoonzus Ivonne Schoenmaker. “Ik was nog niet getrouwd, maar had al wel verkering met Alex. Op mijn zeventiende ben ik bij Alex gekomen en daarna zijn we getrouwd. Hij schrijft bijna al mijn nummers. Maar onze nieuwe single is geschreven door Jan Henk de Groot. Ik vond het leuk om eens een keer een uitstapje te maken. Maar in principe spelen we alleen maar eigen werk in het Gronings, wat Alex Schoenmaker geschreven heeft.”
“Gronings is meer dan alleen de taal. Het is een bepaald gevoel. Je groeit hier op. Het hoort gewoon bij je en ik voel me er heel prettig bij. Het is een prachtig dialect. Heerlijk. Ik vind het mooiste om in t Gronings te zingen. Mooier dan in het Engels. De klanken zijn mooi. Het is iets wat dicht bij me staat en goed voelt. Toen ik zeventien was en tegen mijn leeftijdgenootjes zei: ‘Ik zing in ’t Gronings,’ werd ik uitgelachen. ‘Hoezo, ga jij in t Gronings zingen?’ ‘Ja, dat vind ik mooi.’ Toen was het heel apart en nu is het veel meer geaccepteerd.”
“Ik ben met Xclusive gestopt toen ik zwanger was van Suze, mijn oudste. Want ik wilde niet ieder weekend weg zijn. Ik had gewoon mijn werk ernaast. Ik kon meer met mijn Groningstalig gaan doen. Want dat was altijd erbij en ik had niet genoeg tijd om daar volledig in op te gaan. Ik heb een goede band om me heen gevormd met muzikanten die ik goed kende. Zo is Sikkom Kult ontstaan. Ik ben ook minder gaan doen bij de geboorte van mijn tweede dochter. Toen ben ik met de ABBA-band gestopt. Nu dus volledig voor Sikkom Kult. Het ging heel goed maar toen kreeg ik mijn hernia. We hadden ons album uitgebracht en best wel wat leuke optredens. Op het bevrijdingsfestival in Groningen zouden we spelen. Ik zat met Edwin Jongedijk in het theater. Allemaal leuke dingen.”
“Sikkom kult betekent bijna mislukt. Eigenlijk past dat wel bij mij. Ik heb een album uitgebracht. Keihard gewerkt. Er ontzettend veel moeite voor gedaan en dan krijg je een hernia. Net op het moment dat je een optreden kunt gaan doen, dan zit Ireentje weer thuis. Wat dat betreft hoort dat wel een beetje bij mijn leven hoor.”
“Sikkom kult is een uitspraak van Alex zijn opa. Die was eens een keer in het Westen bij een zus van hem op visite. Het was mooi weer en ze gingen naar een terrasje. Ze hadden koffie besteld. Toen kwam de serveerster er met de koffie aan. Ze liet bijna alles vallen. Toen zei Opa: ‘Wicht, dat had je ja glad mishottjet’. Toen zei die mevrouw: ‘Sorry meneer, wat zegt u?’ ‘Ach ja, dat was die sikkom kult.’ Zij bleef verbaasd staan want ze snapte er helemaal niks van. Dat was zo’n verhaal dat hij, elke verjaardag als wij bij Opa waren, weer vertelde. Sikkom Kult vonden wij gewoon lekker bekken. Sikkom is ook zo’n mooi Gronings woord en het past gewoon bij ons.”
Vanaf september treedt Irene Wilkens weer op met nummers van haar nieuwe cd Sikkom kult die elf tracks bevat. Het zijn niet echt autobiografische liedjes maar wel op het leven gebaseerd. “Alex en ik zijn allebei maatschappelijk werker. We werken allebei in multi-probleemgezinnen, dus daar haalt hij veel inspiratie uit. Hij is de tekstschrijver. In alles wat hij hoort, ziet en meemaakt, daar zit wel iets in. Iedereen maakt dingen mee in zijn leven. Liefs, maar ook: Ik ben mijn vader verloren, na een ziekbed. Die man was 61. Dat hakt er in en dat hoor je terug in de muziek. Bij de cd-presentatie, ga je door je hele repertoire heen en hoor je grote delen van je leven terug. Wat je hebt meegemaakt en wie je bent.”
Het eerste nummer is Nog ainmoal daanzen mit die, een lied over verlangen en afscheid geschreven door Jan Henk de Groot. Hij zei: ‘Met dit nummer doe ik niks. Dat is wat voor jou. Denk er maar eens over na.’ Dat nummer ben ik af en toe gaan draaien. Het is een fantastisch nummer. Hierin kan ik echt zingen van laag naar hoog, hard zingen en alle kanten op. Ik heb Jan Henk gevraagd: ‘Goh ik wil heel graag dat nummer gaan doen. Vind je het nog steeds ok?’ Toen zei die: ‘Ga je gang.’ Zo zijn wij ermee aan de slag gegaan.”
Zundagskind is een in het Gronings vertaald nummer van Glen Hansard, “Alex heeft geprobeerd het één op éen te vertalen maar heeft er natuurlijk ook wel iets van zichzelf in gedaan.” Edwin Jongedijk zingt mee.
“Edwin ken ik van verschillende projecten. Ik heb op zijn cd ook meegezongen. Edwin heeft een hele mooie, lage stem en voor dit nummer vond ik dat fantastisch mooi. Dat lage, dat gedragen dat wilde ik heel graag. Glen Hansard vinden wij fantastisch, Alex en ik. Wij luisteren daar veel naar. Dit nummer hadden we al genoemd. Dat het mooi zou zijn als we hier een goede vertaling op kunnen maken.”
Schounendeus, is een bluesachteg lied dat bij het leegmaken van een huis, terugblikt met tastbare herinneringen in een schoenendoos. “Ieder geeft er zijn eigen invulling aan. Het kan een relatie zijn die stuk gaat maar voor mij is het de weemoed naar vroeger. Dus als ik het zing, heb ik mijn ouders in gedachten. Mijn vader en ons ouderlijk huis.”
Langzoam neergoan is ook een cover van de Ierse singer/songwriter Glen Hansard. “Ik vind dit het mooiste nummer op de cd. Ik zing het met Marianne van de Velde. Zij is mijn beste vriendin. Wij doen op muzikaal gebied veel samen. Wij zijn ooit samen die ABBA-coverband begonnen. Om dit nummer met haar te doen is voor mij dus speciaal. De eerste keer dat ik het terughoorde, liepen de tranen mij over de wangen. Het is een van mijn favoriete nummers en dat viooltje, prachtig.”
“Ik denk dat Leste train voor heel veel mensen herkenbaar is. Het verliefd zijn en graag bij iemand willen zijn. Dat is vooral wat je hebt in je tienerjaren. Dat gevoel omschrijft dit nummer prachtig mooi.”
Wat west is verhaalt over een liefde die voorbij is. “Het is een beetje een folknummer geworden. Dat komt ook door die zes-achtste maat en het is een beetje melancholisch. Het is weten dat iets niet goed zit, maar het zo weten te draaien dat jij eigenlijk buiten schot blijft. Maar je kunt niet met elkaar en je kunt niet zonder elkaar.”
De wind poest haard. “Dit nummer gaat over Groningen. Over hoe je Groningen beleeft. Ik vind het altijd wel mooi hoe Alex dat omschrijft. Dan heb je er een beeld bij.”
Ik mis die is een lied over liefde op afstand. “Iedereen die erg verliefd is geweest en dat is bijna iedereen, herkent dit. ‘Ik trap t gaspedoal aal wieder in.’ Ik wil zo snel mogelijk weer naar je toe. Het is een nummer dat speelden wij al met Ragdoll. Alex schreef daar ook de nummers voor en speelde gitaar. Het was eerst een Engelstalig liedje. Eigenlijk het enige liedje dat overeind is gebleven en het doet het live altijd goed.“ Hol die vast is duidelijk: Als het tegen zit, hou je vast aan mij.
“Wij hadden hierbij eigenlijk een beetje Paul Simon, Graceland, in gedachten. Het is niet vergelijkbaar met Paul Simon hoor, maar dat sfeertje hebben wij geprobeerd te pakken. Het is een heerlijk vrolijk liedje.”
Noeit allain is een duet van twee mensen die niet zonder elkaar kunnen. Gitarist Jaap Elema, zingt de andere stem.
De laatste track Als Julio gait zingen, is oorspronkelijk van Bert Hadders. “Bert zat elke twee weken bij René Walhout bij Radio Noord met een nieuw nummer. Op een gegeven moment had hij dit nummer geschreven en riep hij bij de deur, hij zou net weggaan, naar René: ‘Eigenlijk moet een vrouw dit nummer zingen.’ Ik heb dat zelf niet gehoord maar Alex wel en zei: ‘Hij zoekt een vrouw die dat nummer wil gaan zingen. Is dat niet wat voor jou?’ Dus ik ben gaan luisteren en heb contact opgenomen met Bert. Hij zei: ‘dat moet je gewoon gaan doen’. We hadden alleen een gitaarpartijtje met een zanglijn van hem en wij hebben dat verder uitgewerkt. Dat is altijd wel heel eng maar Bert was er ook hartstikke trots op, gelukkig.”
Bij het beluisteren van de cd valt op dat zangeres Irene Wilkens het accent ook op de muziek legt. “Ik ben natuurlijk muzikant als eerste. Ik ben accordeonist en klarinettist en heel breed opgeleid. Ik speel wat gitaar. Ik speel piano. Dus ik ben wat meer muziek georiënteerd. Ik denk dat Alex, mijn man, meer tekst georiënteerd is. Dat is echt een tekstschrijver. Die schrijft ook gedichten en is daar meer op gericht. Het is een mooie samenwerking en heel bijzonder. Als wij samen komen, dan krijg je wat Sikkom Kult brengt.”

Irene Wilkens: Sikkom kult, € 15,- inclusief verzendkosten (www.irenewilkens.nl)

terug naar Irene Wilkens
Deze pagina is bijgewerkt op