WINSCHOTER COURANT

opgegaan in het Groninger Dagblad

Ede Staal:
"Woarom zo jong, zo gaauw?

GRONINGEN - "Ik weet niet hoeveel mensen hem kennen, maar het kringetje van degenen die hem ècht hebben gekend, is heel beperkt. Die man heeft zoveel kanten. Ik heb het gevoel dat je hem nauwelijks recht doet wanneer je over hem praat en schrijft. Er is altijd weer wat anders."

Streektaalfunctionaris Siemon Reker van de Stichting Grunneger Toal heeft jarenlang veel contact gehad met de dinsdag overleden zanger Ede Staal, die zoveel gedaan heeft voor het Gronings. Zo werkten zij samen voor de cursus spelling van Radio Noord, die de eerste maanden van dit jaar met bijna zeshonderd cursisten een enorm succes was. Ede Staal vormde ook de trekker van het radioprogramma "Sloaperstil" op zondagochtend, waarin hij op onnavolgbare wijze verhalen vertelde.
"Wat die man in korte tijd heeft gepresteerd is formidabel, uniek, ongeëvenaard. Hij heeft een veel positievere houding tegenover het dialect bevorderd, tegenover de streektaalvarianten. Hij heeft de taal een waarde gegeven, die men zich vroeger niet bewust was. Hij heeft heel indringend, reclame gemaakt voor iets, waarvoor de mensen zich niet hoefden te generen, maar wat zij wèl deden." Ede Staal kende van huisuit geen Gronings. Hij werd bijna 45 jaar geleden geboren in Leens, waar hij op straat de streektaal leerde. Hij was wat dat betreft Groninger van de tweede garnituur, zoals hij het zelf uitdrukte. En dat terwijl hij het Gronings met al zijn varianten meesterlijk beheerste. Hij had dan ook overal gewoond, behalve in het Westerkartier. Als talenwonder schreef hij trouwens niet alleen in het Gronings, maar ook in het Oostfries en het Deens.
Hij was in staat in zijn liedjes in één regel, soms zelfs in één woord, gebieden met elkaar te vermengen. Zo kon iemand uit de Veenkoloniën zeggen: het is een beetje apart, maar het is Veenkoloniaals. Maar dat gold ook voor iemand uit het Oldambt, of van het Hogeland. Hé, een beetje apart, maar het is typisch Hogelandsters.
Siemon Reker: "Ik ken niemand in het Gronings die zulke dingen zo verrassend en in eenvoud gemaakt heeft. Hij had nog zoveel kunnen betekenen."

Uit "Credo - Mien bestoan":

Veur d'ain duurt t leven veel te kört,
Veur d'aander veul te laang,
Ain is blied dat t zover is,
En d aander dij is baang.

Ik mis dij nait meer bie mie binnen,
t Wordt kolder om mie tou,
En in mien menselekhaid vroag ik mie of,
Woarom zo jong, zo gaauw?


TROMPET
Zelf deelde Ede Staal zijn leven in in perioden van vijftien jaar. De eerste: zijn jeugd in Leens, waar hij als trompettist bij de plaatselijke fanfare zijn liefde voor de muziek ontdekte. De tweede: zijn studie Engels in Groningen. Tót ik er genoeg van wist om er mijn brood mee te verdienen, zoals hij het zelf heel typerend uitdrukte.
De volgende en helaas laatste: taal én muziek. Hij was tekstdichter en componist, wat zijn lust en leven moet zijn geweest. Ook de laatste maanden schreef hij nog gedichten, al heeft hij daar door zijn ziekte niet zó aan kunnen beitelen als hij gewend was.
De Groningse zangerscarrière van Ede Staal is maar heel kort geweest. Aanvankelijk schreef hij in het Engels. Hij maakte zijn debuut met de single "I'm in the blues" in 1974. Jaren later vroeg Koos Hendriks van het Sneeuwbaltrio of hij dat lied in het Gronings op zijn repertoire mocht nemen. Omdat hij het zelf niet kon vertalen, vroeg hij of Ede Staal dat wilde doen. Als gevolg hiervan begon deze in het Gronings liedjes te schrijven. Maar dat is nog geen vijf jaar geleden.
'Voordien was hij nauwelijks verder gekomen dan de huiskamer. Hij was een vulkaan geweest van ideeën, die hij voor zichzelf hield. Vooral als gevolg van zijn eigen onzekerheid. Want één ding was hij: onzeker. Zodra hij succes had, begon hij dat te relativeren.
Eind 1984 verscheen de elpee van Ede Staal met het succesnummer Mien Toentje, nog steeds de herkenningsmelodie van de moestuinrubriek van Radio Noord. Een vriend was met een bandje naar de regionale omroep gegaan. En Engbert Gruben, hoofd van de afdeling muziek, zag de mogelijkheden. Hij heeft Ede Staal uit de klei getrokken, zoals het verhaal luidt.
Van die elpee werden dertienduizend exemplaren verkocht, terwijl de best verkochte Groningse plaat tot dat moment slechts vijfhonderdvoudig over de toonbank was gegaan. Groot succes had Ede Staal ook in het radioprogramma "Sloaperstil", waar hij op geheel eigen wijze over alledaagse dingen vertelde. Je kon er om lachen, maar hij vermengde het met zulke rake observaties dat hij het daardoor op een hoger niveau bracht.

JUWEELTJES
Voor zijn verdiensten voor het Gronings zou Ede Staal op 4 oktober de K. ter Laanprijs ontvangen. Het juryrapport noemt het brede en rustige van zijn liedjes, soms ook het ruige, wat zo nauw aansluit bij de Groningse taal. Omschrijft zijn liedjes als stuk voor stuk juweeltjes van Groninger woordkunst en zegt dat zijn proza getuigt van het levensgevoel van de Groningers en hun heimwee naar huis en haard.
Ter gelegenheid van de prijsuitreiking zou er een tweede elpee verschijnen, waaraan op het ogenblik wordt gewerkt. Het gaat om al bestaande opnamen. Bovendien zijn er plannen voor een boek over Ede Staal.
Het laatst woonde Ede Staal in Delfzijl; hij was leraar in Woldendorp. Zijn nalatenschap bestaat straks uit twee elpee's en twintig prozateksten voor Sloaperstil. Bovendien is er een groot aantal gedichten dat nog niet af is. Een paar jaar geleden nog gooide Ede Staal een sinaasappelkist vol manuscripten weg. Dat tekende de twijfelaar: wat moest hij met al die rommel...

terug naar Ede Staal

Deze pagina is bijgewerkt op