Leeuwarder Courant op het web

Liedjesfestival van liefde, pijn en weemoed

Door Pieter de Groot

GRONINGEN - In het gebouw van de Grunneger Sproak in Groningen werd afgelopen vrijdag en zaterdag voor de zevende keer het Noordnederlands Liedjesfestival (NNLF) gehouden. Voorwaarde voor deelname was dat de te zingen liedjes zowel wat tekst als muziek betreft oorspronkelijk moesten zijn en niet op cd, plaat of cassettebandje mochten zijn uitgegeven. De tekst moest in de Nederlandse taal of een Nederlands dialect zijn geschreven.

De opzet is te vergelijken met die van het op 11 april in Zalen Schaaf te Leeuwarden gehouden festival Liet '92, waar het om oorspronkelijk Friese liedjes ging. Het verschil is, dat de jury voor die avond vijftien liedjes selecteerde (uit 55 inzendingen), en dat het NNLF een voorronde kent, waaruit de keuze voor de finale wordt gemaakt. De voorronde op Goede Vrijdag telde negentien deelnemers, onder wie twaalf solisten, vijf duo's en twee trio's. Verreweg de meeste solisten begeleidden zichzelf op gitaar of aan de piano, slechts drie zangeressen lieten zich door een paar muzikanten ondersteunen; een voordrachtskunstenares had een pianiste meegebracht. De leeftijd van de amateurartiesten varieerde van „zestien tot heel volwassen", zoals presentatrice Hanneke Kappen het discreet uitdrukte.

Zwaar op de hand
De vijfkoppige jury onder voorzitterschap van zangeres-cabaretière Marianne van Wijk liet acht kandidaten doorgaan naar de finale: het maximale aantal volgens de reglementen van ‘Nuver’, de stichting ter bevordering van kleinkunst die het festival organiseert. Opvallend was dat van weinig optredens de vonken afspatten en dat veel teksten zoals de jury het noemde „zwaar op de hand” waren. Naast depressiviteit in vele toonaarden scoorde nostalgie als thema hoog.
Teleurstellend was de humor. die vaak het niveau van de studentensoos niet ontsteeg, met als dieptepunt van meligheid de kortebroekenlol van een trio dat zich passend ‘De Eikeltjes’ had gedoopt en over een klosje touw ‘eikelde’ , want met zingen en spelen had dit optreden niets te maken. Nog heilig in vergelijking hiermee was de lolbroekerige manier waarop De Twee Plinten - flauwe woordspeling - zich met hun ‘vrijdagavond-blues’ opwierpen als kandidaten voor de ‘Ukelele-prijs’ oftewel de publieksprijs. Het publiek trapte er niet in.

Grunneger sproak
Winnares van het festival werd Babz Mook, die met ‘De dag dat jij weging’ een gevoelige snaar raakte bij de jury. De weinige liedjes in de Grunneger sproak sloegen in het grotendeels Nederlandstalige gezelschap geen slecht figuur. Het sprankelende ‘Verjoardagsfeest’, uitbundig vertolkt door Alet Vleems en haar vijf man sterke band, bewijst dat het Gronings nog niet ten dode opgeschreven hoeft te zijn en ook als poptaal tot zijn recht komt. Vleems zou de publieksprijs winnen. Voor de jury kwam haar lied op de derde plaats, achter een Gronings liedje, dat meer tot het traditionele genre behoort: ‘Weest’. Het muzikale domineesechtpaar Klaas en Jetty Hof bezingt hierin recht uit het hart zijn heimwee naar het Groninger land. Het lied kwam tot stand toen het ambt hen nog in Noord-Holland riep, maar gelukkig zijn ze nu in Hellum weer helemaal thuis.
Over een fijn gevoel voor humor, dat zowel uit zijn tekst als zijn presentatie bleek, beschikt Bernard Wubbels. Met ‘Het schaapscheerdersfeest’ reikte hij Drenthe een nieuw volkslied aan, dat ook door niet-Drenten gemakkelijk mee te blaten is. Wubbels, in 1990 en 1991 winnaar van de tweede prijs, viel ditmaal echter buiten de prijzen. Hij zal volgend jaar niet weer kunnen meedoen, want een deelnemer mag ten hoogste maar drie keer zijn geluk beproeven. Het liedjesfestival trok ongeveer 140 toeschouwers.


Deze pagina is bijgewerkt op