Muziekproducer Fred Limpens gaat mee met zijn tijd

"Ook goede elementen in house"

MAASTRICHT/WEERT - Iets meer dan 35 jaar geleden begon Fred Limpkens (58) als freelancer bij de toen in opkomst zijnde platenmaatschappij Telstar (Johnny Hoes, red) in Weert. Dat gebeurde op voorspraak van een vrouw die bij hem in de flat woonde: Beppie Kraft.
De muzikale carrière van de inmiddels in Weert woonachtige Fred Limpkens startte in Wittevrouweveld.

"De sprong om beroepsmuzikant te worden vond ik te groot, ik droeg de verantwoordelijkheid voor mijn gezin. Wel was ik dagelijks aan het pielen met mijn Philips bandrecorder. Vier sporen, dat was heel wat. Daarnaast had ik ook een Dynacord echomachine. En ik maar demo's maken. Ooit stuurde ik er een naar Phonogram en mocht er auditie doen. Dat ging op de bekende Toon Hermans-manier (Duif is dood)."
"Beppie zei uiteindelijk een keer: 'geef het bandje maar eens mee, dan laat ik het Pappa Hoes horen.' Hoes was vooral onder de indruk van het sfeertje dat ik op het bandje wist te creëren," zegt Limpkens, "Daarnaast vond hij de verstaanbaarheid van de tekst belangrijk," De carrière van Fred Limpens was begonnen. Als producer heeft hij het merendeel van de zeventig miljoen verkochte langspeelplaten en cd's van Telstar geproduceerd.
"!n het begin namen we muziek op achter het filmdoek van de bioscoop in Budel. De eerste stereo-opnames maakten we in 1966. Als galm fungeerde een veertje uit het Hammond-orgel en we hadden nog meer van die aparte technische geintjes." Om bij te verdienen ging Limpens op stap met zijn band Freddy & the Cash. "Daar hebben we Limburg onveilig mee gemaakt," vertelt hij lachend, "Maar het was op een gegeven moment niet meer te combineren met het dagelijkse werk. In 1968 kwam ik in vaste dienst bij Johnny Hoes."
De platenmaatschappij had alles zelf in huis: van perserij tot labels plakken, van PR tot distributie. Op het hoogtepunt werkten er negentig mensen bij de Weertse platenbaas, waar de meeste bekende Nederlands- en Limburgstalige artiesten onder contract stonden. Grootheden als Normaal, de Zangeres Zonder Naam, Corry en de Rekels, Het Radi Ensemble, Henk Wijngaard, The Classics, Tielman Brothers, Massada, Frank Boeijen, De Dijk en Doe Maar, stonden in de studio's met Fred Limpens achter de knoppen.
Collega producer Erwin Musper leerde er het vak en viert nu furore in Amerika. Al die jaren werkte Fred samen met muzikant, arrangeur en componist Sjeng Kraft. Over hem zegt Limpkens; "Zonder meer de beste accordionist/muzikant van de eeuw. Een uitspraak die ooit terecht is gedaan. De persoon Sjeng was vooral ook een lieve man. Mijn zoon David is overigens nog thuis bij de familie Kraft gedoopt."
Bij het ‘doen’ van de techniek en het produceren van platen bleef het voor Fred niet. Met een zekere voorkeur voor het Engelstalige werk zijn er door de jaren heen minstens tweeduizend liedjes uit zijn pen gerold. "We hebben het over de periode waarin de Walkers hun hits maakten. ‘Oh my darlin’ Helena’ is nog naar mijn vrouw vernoemd. Ook de Classics deden opgang," vertelt Fred Limpkens, "De bekendste van hen is wel ‘My lady of Spain’. Daarvan zijn er wereldwijd miljoenen verkocht. Alleen in Duitsland al meer dan een miljoen stuks," aldus de componist. "Toch scoorde het liedje ‘Yellow sun of Equador’ nog hoger. De muur van zijn werkkamer is behangen met gouden en zelfs een aantal platina platen. Voor het Nederlandstalige werk wordt ook flink aan zijn jasje getrokken. Fred schrijft produceert, schrijft, produceert ...
Medio jaren tachtig komen de eerste cd's op de markt. De groep Doe Maar is voor Telstar de eerste groep op compact disc. Vervolgens gaat het snel. De muziekmarkt verandert. Ook technische ontwikkelingen gaan snel.
De jaren negentig leveren een ander soort artiesten op. Groepen als De Kast en Bløf schieten uit de grond. "Er is wel degelijk een markt voor het feest- en / of het levenslied. Alleen verdomt men het om het in Hilversum te draaien. Luister zelf maar. Zelfs Bauer wordt nauwelijks gedraaid." Toch wil Limpens niet achterblijven. "Mijn zoons leerden me ook naar andere muzieksoorten te luisteren. Zo weet ik nu dat ook housemuziek goeie elementen herbergt."
Inmiddels 2001 staat de hele cd-branche onder grote druk. Ook Telstar gaat hierin mee en zoekt naar mogelijkheden. "Je kunt niet stil blijven staan," klinkt het pertinent. "Neem nou alleen al de single-cd. Die is gewoon te duur. Nog een, twee jaar en dan worden er alleen nog promo-cd's uitgebracht voor bijvoorbeeld de radiostations. Wij doen dat al. De cd-verkoop via internet zal opgang doen. Daarmee zijn we al druk aan het experimenteren via aparte verkoopadressen, Het hele leven kent ups and downs en dus ook de muziekbranche. Het verandert allemaal. Toch zullen er altijd studio's blijven," zegt Limpkens.
En als Limpkens spreekt over de ups en downs in het leven komt daar heel nadrukkelijk het leven en sterven van zijn vrouw Hélène in voor. "Bijna tien jaar was ze aan bed gekluisterd," vertelt Fred. Het is nu achttien maanden geleden dat ze stierf. Zonder haar is het leven een stuk minder interessant geworden." Fred doet amper moeite zijn tranen te bedwingen.
"Ik ben blij met het beroep van producer. Daarnaast geeft mijn hobby, de genealogie, me veel afleiding." En als regelrechte country-freak heeft Fred Limpens een aantal jaren geleden zelf een cd opgenomen met muziek van Jim Reeves.
Voor die gelegenheid heet hij Fred Casby, Ook Fred Limpens blijkt over een prachtige (zware) baritonstem te beschikken. Talent genoeg. "Keuzes maken,” weet Fred. Je kunt niet alles tegelijk. Het maken van deze cd wilde ik gewoon nog eens doen, vandaar."

Johan van Balkom


Deze pagina is bijgewerkt op