De Limburger op het web

‘Het gaat om het kippenvel’

Peet Adams

Met ‘Blaos mich nao hoes’ brak Roermondenaar Gé Reinders door in de Nederlandse theaters. Op zijn nieuwe cd, die in september verschijnt, duikt hij opnieuw in de blaosmuziek. Over bekendheid, kippenvel en zijn Roermond.

Reinders (53) staat nog aan de afwas van het avondeten. In een woonkeuken die voor een groot deel wordt gevuld met een glimmend zwarte vleugel. Die afwas is tekenend voor een Roermonds jong zonder kapsones. Hij laat zich niet gek maken. Blijft zonder sterallures. Voor hem geen manager of andere poenerige hulpjes. Hij regelt al zijn zaakjes nog steeds zelf. Ook de vaat. En de dinsdag is familiedag. Die is heilig verklaard. Daar komt niemand aan.
Zo’n 16.000 exemplaren zijn er al verkocht van Blaos mich nao hoes. En de muziek op het schijfje met nummers als Aad waere mit dich, Vrie mit mich en Man van ’n kleine sjtad blijft ongekend populair. De laatste vier theaterconcerten speelde hij weer voor een uitverkochte zaal. Zelfs de Amsterdamse poptempel Paradiso wacht. Daar treedt Reinders zaterdag 12 mei op met de Tramharmonie. En de aanvragen voor optredens blijven binnenstromen. Tot in 2009 zijn er al boekingen. Reinders kan het zich permitteren alleen nog in theaters op te treden. De tijd van de gemeenschapshuizen is voorbij. „Ik had dit ook nooit gedacht. We zijn nu al aan het tweede tourneejaar bezig. En alle theaters willen me hebben met het plaatselijk blaasorkest. De verklaring voor het succes? Een blaasorkest is super eerlijk. Aan de klanken kun je niet morrelen. En het lijkt wel alsof heel Nederland blaast. Ik heb wel eens gehoord dat er 800.000 landgenoten spelen in een fanfare of harmonie. Ongelooflijk. Maar eigenlijk ook weer niet. De afgelopen jaren heb ik ontdekt dat zo’n muziekgezelschappen het cement vormen van dorpen en de bloedvaten zijn van menige stad. Het is ook een wereld die open staat voor nieuwe initiatieven.”
Zijn liedjes krijgen vorm in de woonkeuken. Hij heeft altijd een recordertje in zijn broekzak zitten. Om teksten of melodieën meteen te kunnen opnemen. „Een lied moet me raken. Als ik hier in de keuken aan de piano kippenvel krijg van een nieuw nummer, dan weet ik dat het goed zit. Het gaat om het kippenvel. Soms zit ik er bij te huilen, zo emotioneel kan ik ervan worden. Weet je trouwens dat ze die Limburgse teksten van Blaos mich nao hoes in het hele land kennen? Tot in Drachten toe. Daar ben ik echt trots op.”
Reinders werkte tien jaar geleden veel samen met Toon Hermans. De Roermondenaar zorgde bijvoorbeeld voor de arrangementen en de productie van Toon’s cd Ik zing van het leven. Hij geeft toe dat hij beïnvloed is door Toon. „Wat Toon kon, kan ik absoluut niet. De manier waarop hij op de bühne stond. Zelfverzekerd, maar toch rustig. Ik ben wel veertig keer naar zijn shows gaan kijken. Zo probeer ik het ook een beetje. En inderdaad gaan mijn teksten, net als die van hem, over de kleine dingen van het leven. De dagelijkse werkelijkheid, die zo mooi, maar ook zo waanzinnig kan zijn. Het perfectionisme van Toon vond ik te gek. Hij belde vaker op. Was hij al dagen op zoek naar een enkel woordje dat paste in een tekst voor een van zijn liedjes.”
Het is inmiddels acht jaar geleden, dat hij landelijk doorbrak met het nummer Blaosmuziek, dat herinneringen blijft oproepen aan lang vervlogen zondagen in Limburg. Opmerkelijk is dat de cd Blaos mich nao hoes op twee nummers na volledig gevuld is met oude popsongs van Reinders, die van een nieuw arrangement werden voorzien voor harmonieën en fanfares. ,,Er is verder niemand die met blaasorkesten in de weer gaat. Dat maakt het kennelijk toch bijzonder.”
Verwonderlijk is het dus niet, dat de Roermondenaar in dat wereldje blijft. De titel van zijn nieuwe cd luidt Blaos mich het land door. Met louter nieuwe nummers. Uitgevoerd in samenwerking met harmonieën en fanfares uit alle twaalf provincies. De top van de Nederlandse arrangeurs werkt aan de productie mee. De liedjes voor de cd zijn klaar. Vrolijk, maar ook ballad-achtig. Op één nummer zingt Tegelenaar Huub Stapel mee. De teksten zijn uit het leven gegrepen. Gaan over een geestelijk gehandicapt paar, een begrafenis, maar ook over terrorisme, onder de noemer: Eine gek. Over begrafenissen gesproken. Reinders heeft zich voorgenomen nooit meer te spelen tijdens uitvaarten. De laatste keer waardeerde pastoor zijn muzikale inbreng zo weinig, dat hij de uitvaartdienst zo snel mogelijk afblies. De weduwe bleef echter zitten met een knipoog naar Reinders. Daarop is een van de nieuwe songs, Zu lachte taege mich, gebaseerd. De Roermondenaar benadrukt dat zingen met een harmonie of fanfare volstrekt anders is dan met een popbandje. „Dat staat of valt met een goed arrangement. In het samenspel met harmonie en dirigent gaat het om een enkele noot. Voel je dat niet aan, dan is het meteen mis.”
Nog niet zo lang geleden kreeg Reinders een uitnodiging om in Frankrijk te komen spelen. Toch denkt hij absoluut niet aan een muzikaal offensief in het buitenland. ,,Ik heb mijn handen vol aan Nederland. Daarbuiten kun je de koers niet meer zelf bepalen. Moet je zaken uit handen geven.” Zijn mooiste droom speelt zich overigens toch in het buitenland af. Hij wil ooit een keer met een harmonie tijdens een Europees topconcours in Valencia spelen; het internationale mekka van de blaasmuziek. Hij erkent onmiddellijk dat de hernieuwde vrijage met de blaaswereld ook een risico met zich meebrengt. Dat hij voor eeuwig wordt geassocieerd met harmonieën en fanfares. „Zolang als het publiek en ik het leuk vinden, is er geen man overboord. En als de mensen het niet meer pikken, ga ik gewoon weer voor de klas staan.”
Reinders is zelf een beetje de man van een kleine sjtad die hij bezingt op Blaos mich nao hoes. Voor geen goud zou hij Roermond verlaten, om zijn heil te zoeken in Amsterdam of het Gooi, zoals zovele Limburgse artiesten voor hem. „Ik voel me hier lekker. Het is meer dan dertig jaar geleden, dat ik er nog eens over heb gedacht om te verkassen. Maar ik was toen op een leeftijd dat je nog denkt de wereld te kunnen veroveren.” Het succes zorgt trouwens voor allerlei nieuwe fenomenen. Honderd e-mails per dag bijvoorbeeld. Extra druk om topprestaties te blijven leveren. En het verschijnsel dat hem veel meer mensen gedag zeggen dan een paar jaar geleden. „En natuurlijk zeg ik net zo vaak gedag terug.

terug naar Gé Reinders

Deze pagina is bijgewerkt op