5 oktober 2011
Provinciale Zeeuwse Courant op het web

Gé Reinders geeft woorden aan zwijgen moeder

door Marius Roeting

Helden is het nieuwe theaterprogramma van liedjesschrijver, zanger en muzikant Gé Reinders. Vijf jaar lang toerde de Limburger, inmiddels ambassadeur van de blaasmuziek, naar alle uithoeken en grote steden in Nederland om zijn liedjes met hafabra-orkesten ten gehore te brengen. Na vijf jaar had hij het gevoel weer terug te moeten naar ‘mijn bandje’. Commercieel wellicht niet verstandig, maar de creatieve drang van de artiest is sterker. Een zoektocht naar de ware gebeurtenis rond zijn moeder Grada van Horen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, resulteerde in een boek en het nieuwe theaterprogramma.
Grada van Horen werd in mei 1944 na een razzia in het Limburgse Helden opgepakt en achtereenvolgens vastgezet in Roermond, Maastricht en Vught. Later werd ze getransporteerd en te werk gesteld in Ravensbrück en Dachau. De namen stonden geborduurd op een zakdoekje dat Reinders een aantal jaren na haar dood terugvond. In 1991 nam hij al het lied Mien moder in '45 op, een eerste aanzet om dat verleden een stem te geven.
Het duurde zo'n twintig jaar voordat het een vervolg kreeg. „In feite is het de aanleiding tot Het zakdoekje en Helden, maar ik had daar tijd voor nodig. Een uitnodiging voor een bijdrage aan de dodenherdenking in 2004 leidde tot een vijfjarige speurtocht.”
Het resulteerde in het prozawerk Het zakdoekje, waarin de feiten en de gevoelens die de ontdekkingen opriepen, staan beschreven. Helden is de muzikale uitingsdrang. „Het zijn totaal verschillende media, maar het een kon niet onafhankelijk van de ander tot stand komen.” Het nummer De kaart van Kamp Vught uit Helden is het verhaal in een notendop. Helden gaat niet alleen over moeder, maar verwijst zowel naar de plaats Helden, de verzetshaard waar Grada van Horen vandaan kwam, als naar ‘heroes’. Die helden zijn geanonimiseerd en daarmee breed transponeerbaar voor de luisteraar. Zelfs een lied als Zuuj geluift in Pap over de adoratie van kinderen voor hun vader, kan worden veralgemeniseerd.
Reinders houdt niet zo van persoonlijke heldendom. „We zijn heel goed in het eerst bewieroken van onze helden om ze daarna met de minste aanleiding de grond in te boren. In ironische zin beschrijf ik dat ook in de titelsong. Helden is ondanks de diepgravende en emotionele thematiek nergens zwaarmoedig of depressief. Eerder is er sprake van onderhuidse humor en blijmoedigheid.”
„Neem De kaart van Kamp Vught”, vervolgt Reinders. „Daar zit het ritme van de vervoerstreinen in. Het begint in mineur, maar eindigt in majeur. Het is een loflied op onze huidige rechtstaat, want zoals mijn moeder een jaar lang zonder aanklacht of veroordeling vast zat, dat kan niet meer.”
De Limburgse componist heeft door de zoektocht meer begrip voor zijn moeder gekregen en ervaart het als een soort therapie. „Ik ben opgegroeid in stilte. Zwijgen over het verleden was heel normaal. Wanneer ik doorvroeg, dan moest mijn moeder huilen en dan voelde ik me schuldig. De herinneringen aan die tijd werden mijn moeder te veel. Het is dan heerlijk om met Helden bij dat zwijgen woorden te vinden.”

Gé Reinders (zang, gitaar, accordeon, dwarsfluit) speelt Helden met Lucas Beukers (contrabas) en Pieter Klaassen (gitaren). Te zien: zaterdag 8 oktober in Theater de Wegwijzer in Nieuw- en Sint Joosland (20.30 uur) en op vrijdag 9 december in De Stenge in Heinkens¬zand (20.00 uur).
terug naar Gé Reinders

Deze pagina is bijgewerkt op