de Volkskrant op het web

Van Maasakkers biedt intiem kijkje in het familiealbum

Brabantse bard zingt trefzeker over achterland

Achterland door Gerard van Maasakkers en de vaste mannen. Bellevue, Amsterdam, 23 oktober, tournee.
Voor de liefhebbers van het theaterlied kan dit cabaretseizoen al niet meer stuk. In september debuteerde de jonge, getalenteerde zangeres Wende Snijders met een voorstelling vol bloedmooie chansons en toverde singer-songwriter Alex Roeka in zijn muzikale voorstelling Schemerdrift de mooiste liedteksten tevoorschijn. Afgelopen week ging Maarten van Roozendaal met Maarten van Roozendaal verzamelt werk in première, een voorstelling die wat betreft kracht, intensiteit en schoonheid nauwelijks nog te overtreffen valt.
Gerard van Maasakkers vierde vorig jaar zijn zilveren jubileum en toert al sinds 1984 langs de theaters. In Brabant is hij een grootheid, maanbuiten de provincie komt er slechts een handvol mensen op zijn concerten af. De kleinste zaal van het Amsterdamse theater Bellevue - normaliter het domein voor cabaretdebutanten - is met krap honderd stoelen voor hem net groot, genoeg, het podium voor vijf muzikanten eigenlijk veel te klein. Het is de tragiek van de chansonnier.
In Achterland zingt Van Maasakkers liedjes en vertelt hij anekdotes over zijn Brabant - zijn achterland: het land waar hij leerde `lopen, vallen en opstaan'. Het is alsof je met de zanger door albums met familiekiekjes bladert.
Nostalgie, melancholie en vrolijke herinneringen wisselen elkaar af. Het zijn intieme schetsen, prachtig en trefzeker verwoord, vol herkenning, ingetogen humor en levenslust. `Onze vader is doodgegaan op een mooie lentedag. Onze lieve heer had een tuinman nodig. Logisch, dat hij aan onze vader dacht.'
Van Maasakkers zingt vertaald werk van Bob Dylan en repertoire van singer-songwriters als Arthur Umbgrove en de in september overleden Bram Vermeulen: Het leeuwendeel van de pareltjes schreef hij zelf.
Hoogtepunt is een lied over een schilder die in de Tweede Wereldoorlog een bericht uit kamp Vught smokkelt en aflevert bij familie van de gedetineerde. Hij bezingt het gevaar dat de 'boodschapper loopt, de fietstocht van Vught naar het plaatsje Rijsbergen en de wanhoop van de familie treffend en confronterend.
Zonder te struikelen over clichés, opgedrongen moralisme of vals sentiment - hindernissen die in dit soort geëngageerde teksten in iedere regel op de loer liggen. Kippenvel. `Wat zou ge doen?', vraagt Van Maasakkers in zijn liedtekst: Het is zo'n vraag die nooit een antwoord krijgt in een lied dat, eenmaal in je hoofd, er niet meer uit wil.

Alexander Nijeboer

terug naar Gerard van Maasakkers

Deze pagina is bijgewerkt op