Brabants op het web

Joop van den Bremen

Voor u beluisterd
't Ies ammel wa

Op je negenenzestigste een cd uitbrengen is niet uniek maar toch wel bijzonder. Van Adri Hoppenbrouwers-van Erck uit Rucphen verscheen begin dit jaar ’t Ies ammel wa. Daarop zingt ze zestien zelfgeschreven liedjes. De meeste voorzag de zangeres ook van muziek.

Het begon allemaal een jaar voor het overlijden van Frans Verschuren. “Hij heeft mij nog op de rails gezet” vertelt Adri Hoppenbrouwers. Vier jaar geleden startte ze met het schrijven van verhaaltjes en liedjes in het dialect. “Daarna is het in een sneltreinvaart gegaan. Ik heb ontiegelijk veel inspiratie gehad.” Ze hield zich eerder bezig met andere activiteiten, zoals boetseren en schilderen. Daarmee is ze nu gestopt want “het dialect is een passie van me geworden. Dat had ik nooit kunnen denken.”
Liedjes in het Nederlands schrijven en zingen ziet ze niet zo zitten. “Ik denk dat het met mijn gevoel te maken heeft. Liedjes in het dialect daar kun je veel meer dingen in kwijt.”
Hoppenbrouwers zingt in de taal van haar geboorteplaats. “Misschien is het een beetje chauvinisme. Mijn man komt ook uit Zundert en er wordt gewoon Zunderts gepraat hier. Dat betekent niet dat er niet eens een Rucphens woord tussen zit. Ik woon hier volgend jaar vijftig jaar en ik heb me nooit echt Rucphener gevoeld. Als ze vragen ‘waar kom je vandaan’ dan zeg ik ‘Ik woon in Rucphen maar ik kom van Zundert.’ En ik woon hier graag hoor! Ik hoef ook niet in Zundert te gaan wonen. Maar ja, Zundert is gewoon mijn thuis.”
Hoppenbrouwers ziet zelfs een verschil in humor tussen beide plaatsen. “Ik zou een echte Zundertse grap hier niet kunnen zeggen omdat ze het niet verstaan.”

Ze denkt daarom ook dat ‘t Hûidige testement niet overal begrepen wordt. “Ik denk dat het iets typisch Zunderts is.” Het lied - een bewerking van Les trois cloches - is een modern sprookje over Jezus als ‘superstar’.
Elk lied van haar ontstaat telkens anders maar tekst en muziek gaan altijd hand in hand. “Soms kan ik er een hele dag op zitten broeden en dan laat ik het weer los. Dan heb je kans dat er een andere melodie of een ander ritme ontstaat. Maar als ik eraan begin, zit het een hele dag in mijn hoofd. Ik ga er niet voor aan tafel zitten. Het gaat al doende. Een beetje chaotisch eigenlijk.”

In de fraaie altstem van Adri Hoppenbrouwers klinkt veel smart door. Countryzangeressen zijn vast jaloers op de soul die er van nature uitkomt. “Alleen Mèène zondagse jas, dat heb ik wat aangedikt want dat is een beetje een bluesnummer.”
Als je de stem, muziek en teksten hoort, is het eigenlijk jammer dat die cd niet veel eerder is uitgekomen. Volgens de zangeres kon dat echter niet. “Kijk, ik heb een hele rugzak. Daar kan ik heel wat uit putten. Als je jong bent dan heb je nog geen ervaring. De liedjes zijn gestoeld op die ervaring en de verhalen van andere mensen die al wat beleefd hebben.”
Toch zat de zang er al vroeg in. “Mijn moeder zei altijd ‘Jij zong al, voor je kon praten. Soms moest ik in het huishouden meehelpen. Buiten op straat of achter, dat galmde zo lekker. Ik weet nog dat mijn moeder zei: ‘Adri hou toch oew gekwèèk’.”
Adri Hoppenbrouwers is liefhebber van Franse chanson, tango en musette en dat kun je horen. “Ze hebben wel eens gevraagd of ik iets met Frankrijk had. Ik heb wel eens liedjes gezongen - zo tussen de schuifdeuren - van Edith Piaf. Ja, dat ligt me wel.”
Ze vormde chansons van Edith Piaf en George Moustaki om tot de West-Brabantse liederen 65 plus en Ja dan, ja dan.
Die Franse muziek staat inderdaad erg dicht bij haar. Daarom moest er ook een accordeon bij. Door een krantenartikel kwam ze bij Laura van den Hout terecht. “Daarin was aangegeven dat ik liedjes gemaakt had, maar nog een muzikant zocht. Het liefst een accordeonist. Toen kreeg ik een mailtje van Laura. In eerste instantie zou ze alleen helpen. Maar Laura vond het zelf erg leuk. Toen zijn we - zogezegd - aan elkaar blijven plakken.”
Ook Laurens van Wessel speelt soms als begeleider mee. In sommige nummers heeft hij er een bas, een piano en drums ‘ingedubd’.
Pesioén heeft een feministisch tintje. “Dat wilde ik persé als een rapnummer hebben en daar heeft Laurens de muziek van gemaakt.”
In het lied is te beluisteren dat een vrouw nooit echt met pensioen gaat. 65 Plus werd al twee jaar geleden in de studio opgenomen en eerder als singletje uitgebracht. Het staat ook weer op deze cd.

Adri Hoppenbrouwers staat met haar liedjes midden in de wereld en leeft voluit in deze tijd. Mèène navigator is daarvan een duidelijk voorbeeld. Voor Koke leverde haar kleinzoon de inspiratie en in Kom gerust maar es laast hoor je de typisch Brabantse sfeer terug. Een beetje moraliseren, doet ze ook graag. Dat blijkt in 't Ies ammel wa. Maar de debuut-cd met die titel is er een, waar menig gepensioneerde (en niet-gepensioneerde) een puntje aan kan zuigen.

’t Ies ammel wa
(Eigen uitgave, adrihop@home.nl)

terug naar Adri Hoppenbrouwers

Deze pagina is bijgewerkt op