AD op het Internet

Polonaise!

Vanaf dit weekend trekt de carnavalspolonaise weer door de kroegen. Op welke hits is het dit jaar het best hossen? Een selectie van de opvallendste krakers. Plus: Vader Abraham en Deurzakker Willem van Schijndel over de ultieme carnavalshit.

Over één ding zijn Willem van Schijndel, zanger van de Deurzakkers, en Pierre Kartner, alias Vader Abraham, het eens: een goede carnavalshit is vooral simpel. „Een pakkende kreet en een muziekje dat je na één keer kent," vat Van Schijndel samen. Kartner: „Een makkelijk mee te zingen refrein met zo weinig mogelijk woorden." Zelf scoorden ze in de afgelopen 35 jaar talloze grote carnavalshits. Voor de Deurzakkers was Zak es lekker door in 1975 de grootste. Maar ook op Het feest kan beginnen (want wij zijn binnen) was het onder de rivieren ideaal polonaiselopen.
Vader Abraham geldt als peetvader van het Nederlandse carnavalslied. Den Uyl is in den olie, Uche uche en 't Smurfenlied doen het nog altijd goed in elke kroeg. Volgens Kartner is de kunst van de ware carnavalskraker 'kolossale onzin logisch te laten klinken'. „Neem mijn tekst Op de deksel van de jampot staat geschreven/ het lekkerste zit altijd onderin. Dat klinkt makkelijk, maar is briljant. Ik heb er dagen op zitten zweten. Mensen denken vaak dat je zo'n hit even snel op een bierviltje bij elkaar schrijft. Maar dat valt tegen. Het is cultuur en geen portie platte vuiligheid."
Willem van Schijndel: „Carnavalshits bedenken is juist moeilijk. Wij maken nu al 33 jaar elke carnaval een liedje en het blijft een strijd de juiste slogan te vinden." Van Schijndel probeert het deze week met in Brabants dialect gezongen Hedde gij nog aajer in de koelkast. Een nieuwe trend, meent Kartner. „Carnavalshits zijn steeds vaker regionaal of zelfs lokaal. Elk dorp zijn eigen lied over bijvoorbeeld dat fietspad, dat er maar steeds niet kwam." Van Schijndel: „Ook après-skimuziek hoor je steeds meer. Helaas... Een mooi nummer verkrachten door er een beat over heen te knallen. Vreselijk!" Kartner is zelf ook aanhanger van het traditionele carnavalslied, maar zegt wel 'dat eigenlijk alles kan, als het maar rond de carnaval wordt uitgebracht'. „Wat doe je waar en met wie? Daar draait het om. Neem het Slavenkoor van Verdi. Dat klinkt met een slok op heel anders dan in de Scala van Milaan. Of mijn Den Uyl is in den olie. Dat was zonder Boer Koekkoek nooit zo'n succes geweest."
Dat de carnavalssingle van cabaretier Theo Maassen deze week de best verkochte single van het land is, bevreemdt carnavalkenner Kartner. „Als dat lied door de slager van het dorp verderop was gezongen, had niemand het zo goed gevonden."


terug naar Deurzakkers

Deze pagina is bijgewerkt op