Brabants op het web

Joop van den Bremen

Nader beluisterd
Aanders

Vanaf het moment dat Noud Bongers (1952) op zijn twaalfde gitaar begon te spelen, werd muziek steeds belangrijker voor hem. Hij zong en speelde in dans-, country- en dixielandbandjes, dirigeerde een koor en leverde bijdragen aan de Lithse Revue. Toen ontdekte hij dat muziek componeren ook leuk is. Kort daarop, in 1996, volgde zijn eerste eigen cd. De ambtenaar die drie dagen in de week bij de Gemeente Oss werkt, vindt het niet erg zich te onderscheiden van andere Brabantse zangers. Zijn dialect van de Maaskant klinkt al wat anders dan in de rest van de provincie; verder betrap je Bongers zelden op een nostalgisch terugblik.
Zijn nieuwe cd gaf hij daarom bewust de titel Aanders mee: “Want de tijd van Daar bij die molen, die heb ik wel gehad. Net als dat Brabantse terugkijken naar vroeger. Dat hebben we heel veel gedaan. Die dingen zijn weg. Juist de tegenwoordige dingen in het dialect vastleggen, dat vind ik leuk.”
De zanger-liedjesschrijver uit Lith is een echte Brabander en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Zijn vijfde cd begint daarom op een lekker in het gehoor liggende melodie met Brabander (zedde en Brabander bledde). Hij maakt met het pakkend lied duidelijk waar hij thuishoort.

De teksten van Noud Bongers vallen op. De daarin geschetste situaties herken je vrijwel altijd meteen. Ze ontstaan volgens de schrijver overal: “Ik heb altijd pen en papier bij me. Creatief ben ik wel en dus komen die dingen vanzelf." Overwintere is zo’n typische schets, uit het leven gegrepen van een hedendaagse opa en oma die in oktober naar het warme zuiden trekken. De thematiek doet sterk denken aan de Emigrantenbrief van Ad de Laat maar staat volledig in deze tijd. Het mobieltje verzorgt de communicatie met het thuisfront. Naarmate het lied vordert, voert Bongers de ironie op, terwijl pianist Michel de Bekker met heerlijk pianospel tussen de woorden door meandert.
Ook Onweer herbergt een herkenbare tekst. Hoewel Bongers daarin wel terugblikt, is van nostalgie geen sprake. Wel roept het lied een gezamenlijke ervaring op en - dat merk je vaker - emoties. Verder speelt in een fraai arrangement ook de sopraansax van Tony de Roij een hoofdrol.
De muziek ontstaat spontaan als Noud Bongers achter het keyboard zit. “Daar kopieer ik gewoon de melodie op want dat gaat heel makkelijk tegenwoordig. Ik bewaar die deuntjes allemaal in de computer en als ik dan een tekstidee heb, ga ik proberen daar een leuk melodietje bij te vinden.” In Aanders roept gitarist Bongers zo zijn eigen 'Shadows'-tijd terug.
In andere liedjes legt Hennie Korsten Spaanse gitaaraccenten. Exotische klanken verfraaien de melodieën waarbij de trompet, bespeeld door Simon Brul, vaak erg prettig aanwezig is. Juist die sterk uiteenlopende arrangementen geven ieder lied een eigen klank.
Dochter Iris maakte cartoonachtige tekeningen die het begeleidende buukske versieren. Ze zijn vaak treffend zoals die bij Tas koffie. Daar is de zanger in ochtendjas en bijbehorend humeur duidelijk en uiterst herkenbaar neergezet. Ondanks zijn chagrijnige gezicht op dat plaatje zegt Bongers: “Ik heb al besloten om er een echte vergroting van te maken.”
Het opvallendste lied is Grenzeloos Brabant. Noud Bongers zingt daarin een duet met de Vlaams-Brabantse Helen Geets waarbij typische verschillen en overeenkomsten tussen Noord- en Vlaams-Brabant voorbijkomen. De realisatie van het nummer liep niet van een leien dakje. “Het was ontzettend moeilijk om iemand te krijgen. Ik zat er echt mee omhoog en heb wel twintig anderen gevraagd.” Via één van zijn muzikanten kwam Bongers bij Helen Geets terecht. “Zij zong in de musical Assepoester in de Efteling. Ze vond het vreselijk leuk. Ik had haar de eerste keer, vanuit de auto, mobiel aan de telefoon en ze begon gewoon tegen me te praten. Ik zeg: ‘Helen, jij moet zingen want jij bent de Belgische zangeres die ik zoek.’ Nadat Assepoester was afgelopen, is het nummer van half tien tot twaalf uur ’s avonds opgenomen.” De Vlaamse musicalzangeres zingt uitstekend en Noud Bongers groeit met haar zang mee. De klankverschillen van de twee taalgebieden zijn duidelijk hoorbaar.
In de tekst van Hedde me nòdig? veranderde Bongers weliswaar de feitelijke situatie, maar hij beaamt dat het indringende lied toch heel persoonlijk is: “Dat is best wel moeilijk. Het is gewoon heel sneu om te zien dat één van je ouders wegglijdt. Dat doet heel erg pijn.” In Allènig in stilte verplaatst hij een vroege herinnering naar de huidige, jachtige tijd. “Tegenwoordig komt dat niet meer voor, maar vroeger werd een zieke voor het raam gelegd. Die tikte tegen dat raam. Dan gingen we naar binnen en kregen we een snoepje. Dat was voor hen een vorm van contact. Wat ik nu merk en dat heb ik in dat liedje gezet: ‘Ik kom langs en beloof een bezoek te brengen.’ Maar dat beloven we allemaal en doen het niet.”
Vruuger zet een punt achter het turen naar het verleden en daar past volstrekt geen heimwee bij. Toch ontkomt ook Noud Bongers niet aan een beetje weemoed. Op de klanken van tango en wals bezingt hij in Dansend nòr toen de herinneringen aan een vroegere dansschool. Menig echtpaar heeft elkaar daar indertijd gevonden.

Ook niet direct voor de hand liggende onderwerpen pikt Bongers op. In Dieje mins in m’ne kop verdiept hij zich op filosofische wijze in zijn eigen gedachten. Toch is die situatie herkenbaar. “Soms denk ik wel eens waarom is daar niet iemand anders op gekomen. Maar als iemand dat herkent en zegt: ‘dat is bij mij ook zo,’ dan is mijn liedje geslaagd.”
De schijf is goed gevuld met van die spitsvondige en goed geslaagde liedjes, gevat in fraaie arrangementen.

Noud Bongers, Aanders
(Session Sounds Recordings, AMR81-SSR 0311)

terug naar Noud Bongers

Deze pagina is bijgewerkt op