Brabants op het web

Joop van den Bremen

Gerard van Maasakkers,
de luwte voorbij

Het is een bijzonder jaar voor Gerard van Maasakkers. De in Nuenen geboren zanger werd zestig en er verscheen een boek, Deze jongen – Gerard van Maasakkers totnogtoe. Maar bovenal was het natuurlijk het jaar van zijn 'Gouden Harp'. Volgens het juryrapport is dat “…Een terechte onderscheiding voor een carrière die illustreert hoe ver je kunt komen met een samenspel van talent, spelplezier, authenticiteit, inspiratie en vasthoudendheid. Met een combinatie van die factoren heeft Gerard van Maasakkers in zijn eigen dialect Nederland weten te veroveren…”

Gerard, de oudste zoon uit een hoveniersgezin, was natuurlijk voorbestemd om tussen de planten en bloemen zijn brood te verdienen. Maar hij koos uiteindelijk een andere weg. De jongeling overwoog zelfs nog even om priester te worden. In D’n Boom, een lied dat hij jaren later schreef, over de dood van zijn vader, komt de verbinding tussen dat aardse en spirituele ook naar boven:

Onze vader is doodgegaon
op 'ne mooie lentedag
onze lieven heer ha 'nen tuinman nodig
Logisch dat ie aan onze vader dacht
Mer hier staod die groten boom
die hij nog hee geplant
die groeit tot aan d'n hemel
en die wortelt in ’t zand


Gerard zong veel en op zijn zeventiende kreeg hij zijn eerste gitaar. Uiteindelijk koos de landschapsarchitect in spé ervoor om zanger te worden. Hee, Gaode mee is een van de eerste liedjes die de toen nog bebaarde en bebrilde bard zong. Veel luisteraars vulden die uitnodiging indertijd op hun eigen manier in. Zij behoren nog steeds tot de schare trouwe fans en steeds meer mensen vielen voor zijn speelse versjes die dichtbij huis staan. Liedjes met gevoel en in het Brabants en dat terwijl veel van de liefhebbers juist buiten de provincie wonen.
Zijn eerste lp, Komt er mer in, verscheen in 1978. Het waren de hoogtijdagen van de folk. De foto op de achterkant van de hoes, met veel lange haren en baarden, laat dat goed zien. Van Maasakkers ontwikkelde zich in de volgende dertig jaar tot een volwaardig en gerespecteerd chansonnier.
“Kijk”, zegt de tegenwoordig in Budel wonende zanger, “het zou niet goed zijn als je jezelf niet zou ontwikkelen. Maar ik doe nog steeds wat ik toen ook deed, alleen met wat meer kennis van wat ik kan. Die lef heb ik ontwikkeld door een paar keer flink mijn kop te stoten.” Hij probeerde dingen uit die hij dacht aan te kunnen maar die mislukten. Na het uitbrengen van nog drie Brabantse lp's en drie volledig Nederlandstalige cd's - de laatste was Boot 7 - twijfelde de zanger of hij wel in het dialect verder moest. “Het plan was eigenlijk om in het hele land te kunnen spelen. Nu, met het Brabants, speel ik op meer plekken dan ik ooit met het Nederlands ben gekomen.”
Kort daarop volgde de live-cd 20 jaar liedjes. “Toen heb ik met volle overtuiging oudere liedjes opgepoetst zoals we dat nu bij 30 jaar liedjes weer doen. Ik dacht ‘als ik die een nieuw jasje geef, dan vind ik dat eigenlijk ook heel erg leuk om te doen. Dan hoeft het voor mij niet al te folky. Dan mag het ook wat ruimer geïnterpreteerd worden’. Zo heb ik mezelf eigenlijk uit dat hokje bevrijd waar andere mensen mij in hebben gestopt; het hokje van de folk en het dialect.”
Bij het oppoetsen en interpreteren spelen de 'Vaste Mannen' een belangrijke rol. De begeleidingsband onderging, ondanks die naam, in de loop der jaren wat wisselingen maar Rinus Raaijmakers (bas) speelt toch al vijfentwintig jaar met de zanger mee. Bart de Win (toetsen) en Harry Hendriks (gitaar) wat korter en Arthur Lijten drumt al vijf jaar. “Er gaat weleens eentje weg,” zegt Gerard. “Dat is jammer, altijd. Maar het geeft ook de mogelijkheid om te kijken hoe je een nieuwe samenstelling kunt krijgen. Dat heeft me altijd steeds meer opgeleverd dan ik daarvoor had.”

Gerard van Maasakkers bracht de streektaal op een hoger plan. “Ik ga met het dialect om als ieder ander zichzelf respecterend zanger en tekstschrijver met zijn taal. Ik laat niet alleen zien hoe mooi Brabant is of hoe vroeger alles beter was.” Dialect is voor de tekstschrijver nooit een doel maar vooral een middel om zijn liedjes te dragen. “Het is gewoon mijn taal, waarin ik schrijf. Het past mij op een of andere manier beter. Daar kom je pas achter wanneer je het Nederlands ook probeert. Op een gegeven moment dacht ik: ‘Ik zit met een grote bocht om de kern heen te draaien’ en dat moet natuurlijk niet. De kern was gewoon dat ik wilde zingen in mijn eigen oertaal.“ In dat Brabants ventileert de zanger zijn eigenheid. “Dat gevoel kan ik het best onder woorden brengen in het dialect. Op de een of andere manier valt dat op de goede plek. Dan is het niet gek dat mensen dat oppikken.”
Met het verschijnen van de cd Achterland krijgt dat gevoel nog meer intimiteit. Gerard zingt daar over de dood van zijn vader. “Ik heb geleerd heel intieme liedjes te durven schrijven over dingen die dicht bij mij staan. Hoe kleiner je dat doet, hoe universeler het eigenlijk wordt. Dan blijkt dat iedereen een vader en een moeder heeft. Dan wordt het veel meer dan alleen maar mijn verhaaltje. Dat kan omdat ik tussen de regels genoeg ruimte openlaat voor andere mensen om hun eigen verhaal toe te voegen.”
Op de cd Zicht komt die intimiteit in As ge nie, over zijn veel te vroeg gestorven zusje, duidelijk naar voren. Daarnaast bezingt Gerard de liefde op zijn eigen manier. Gij en ik staat dan ook mijlenver af van de dertien-in-een-dozijn songs uit de popindustrie:

…zoals de tranen in jouw ogen
als jouw hand de mijne raakt
we hoeven nie zoveul te zeggen
we hebben alles meegemaakt…


Op Anders pakt Gerard van Maasakkers het weer op een totaal andere wijze aan. Paul de Leeuw, Benny Jolink, Jack Poels, Gert Vlok Nel en andere bekende artiesten zingen de liedjes van Gerard van Maasakkers. Ieder op zijn eigen manier.
Guus Meeuwis zingt op die cd de ‘evergreen’ Hee gaode mee en in maart van dit jaar, reikte die zanger de 'Gouden Harp' aan Gerard van Maasakkers uit. Voor velen was die onderscheiding verrassend. Van Maasakkers had immers nooit een hit. Daar zorgden andere artiesten, Racoon, Bløf en Kane, voor. Zij dreven de Van Maassakkerssong Als je ooit nog eens terug komt in 2008 op een single de hitlijsten in.
“Het gaat er niet zozeer om of je nou hits hebt gemaakt,” zegt Gerard. “Het is een oevreprijs. Maar ik moet wel zeggen dat ik bijzonder verbaasd en heel verrast was toen het me werd verteld. Ik dacht altijd dat een Gouden Harp een andere categorie was. Ik weet natuurlijk ook wel dat ik de laatste jaren wel degelijk wordt opgemerkt maar dat speelt zich niet af in de wereld van de grote muziekpers, de grote platenmaatschappijen en de grote televisieprogramma’s. Het is allemaal een beetje in de luwte. Dat vind ik ook heerlijk hoor, want daar kan ik gewoon lekker ontwikkelen wat ik wil. Ik hoef niet altijd zo nodig voorop te staan in de bladen en zo.”
De 'Gouden Harp' legt de lat voor de zanger wel hoger. Het theaterbezoek neemt toe. “Er wordt nu veel van je verwacht. Ik probeer me daar maar niks van aan te trekken en gewoon te schrijven waarvan ik vind dat er geschreven moet worden.” Werken aan een nieuw programma dus. “De luwte is wel voorbij. Ik trek me terug tot begin november. Eigenlijk had ik nog meer tijd moeten nemen. Normaal deed ik dat altijd een beetje tussendoor. Er is nu geen tijd meer tussendoor want we spelen vier a vijf keer in de week. Dat is veel reizen en veel uitrusten want je bent ook zestig geworden en dat voel je dan ook wel. Er komt zoveel bij kijken dat er geen tijd meer overblijft om nieuwe dingen te ontwikkelen. Het was nog beter geweest om daarvoor een jaar te nemen maar ja, dat heb ik niet gedaan.”

De Gouden Harp is niet de eerste prijs die Gerard van Maasakkers ontving. Ook de Jan Naaijkens-prijs, de Ad de Laat-prijs en de Hertog Jan Prijs staan op zijn naam. Bovendien werd hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Maar de Gouden Harp is wel een soort erkenning vanuit de muziekwereld zelf. Hij is er dan ook ongelofelijk trots op.
Toch maakte het bloemencorso in Valkenswaard in 2007 nog meer indruk op hem: “Waar gewone mensen aan prachtige wagens van een meter of twintig lang en een meter of zeven hoog, meer dan een half jaar lang, elk vrij moment van de dag werken. Al die veertien wagens met liedjes van mij uitgebeeld. Dat vond ik fantastisch. Dat heeft mij ongelofelijk diep geraakt. Dat is echt een hoogtepunt in mijn leven geweest.”

Selectieve discografie:
Komt er mer in (1978)
Boot 7 (1996)
20 jaar liedjes, Live! (1998)
Achterland (2004)
Zicht (2007)
Anders (2008)
Jubileum-cd en dvd (2009)

Van dit artikel verscheen een verkorte versie in NEWfolkSOUNDS nr. 125.


terug naar Gerard van Maasakkers

Deze pagina is bijgewerkt op