Brabants op het web

Joop van den Bremen

Brel op z’n Brabants,
Cerberus versus D’n Hein

In maart zag de cd Sjaak, Brel op z’n Brabants, het levenslicht. Het was geen gemakkelijke bevalling maar direct na de start leek nog niets de presentatie van de schijf in november 2011 in de weg te staan. Zeker niet nadat de projectgroep zich had verzekerd van de medewerking van de ‘rechthebbenden’.

Al vroeg was die projectgroep naar Brussel gereisd om het projectplan voor te leggen aan de familie Brel die - als 'Editions Jacques Brel' - de rechten over het werk van de in 1978 overleden Brusselse chansonnier beheert. Het project lag binnen de doelstelling ‘om respect voor het werk van Jacques Brel te bevorderen’. De projectgroep wees er op dat de vertalers de chansons sterk naar zich toe zouden trekken om er Brabantse liedjes van te maken. De familie Brel wilde graag inzage in de vertalingen en de arrangementen om een idee te hebben hoe het muzikaal in elkaar stak. Dat was een soort formaliteit.
“Wij gingen naar huis,“ vertelt projectleider Smeets, “met het idee, daar lopen in ieder geval geen beren op de weg.” De vertalers konden aan het werk.
Marja van Trier was een van de eersten die een telefoontje van Smeets kreeg. Hij wilde graag dat zij ook een lied zou schrijven en zingen. “We kregen de vrijheid om zoveel mogelijk iets van jezelf te maken”, weet Van Trier nog, “en niet de zoveelste Brel-imitatie.” Tegen de gewoonte in ging ze meteen aan het werk met het chanson Madeleine. “Ik ben altijd druk en dat soort dingen schuif ik op de lange baan. Deze keer dacht ik: ‘laat ik dat nou maar meteen doen, want ik heb nu tijd’.” Haar vertaling, D’n Hein, was al snel klaar en ze was ingenomen met het resultaat. Ze was niet de enige. Van professionele zijde kreeg ze complimenten voor haar vertaling. Ook van Jan Smeets: “Madeleine vertelt van een wat onnozele minnaar die een afspraak heeft of denkt te hebben bij een bushalte in slecht weer. Hij komt maar niet en toch blijft ze volhouden. Marja van Trier heeft die inhoud perfect te pakken.” In D’n Hein wacht een verliefde vrouw tevergeefs op haar Hein.
Ook andere vertalers wierpen zich op chansons van Brel. Daarbij Jan van Nassau die het bekende Marieke verplaatste naar Roosendaal. Peter Dictus pakte Mon enfance op. Brel zingt in dat lied over zijn slechte jeugd en de teleurstelling dat er nergens tijd voor was vanwege de oorlog. Dictus schreef een volledig nieuwe tekst. Hij gaf het chanson daarmee een nieuwe en actuele richting. Zijn Jongensjaren verwoordt ingetogen en overtuigend de onmogelijke situatie van een jongen in een internaat. Hij vindt daarbij steeds woorden die emotioneel geladen zijn. ‘Het jongensjaar begon vol tikken en tegels,’ beschrijft bijvoorbeeld het lopen in zo’n lange gang van een seminarium perfect.
Alle vertalingen werden in april 2011 naar Brussel opgestuurd maar commentaar bleef uit. Marja van Trier wou het graag afronden. “Ik begreep dat het allemaal bleef hangen bij de familie Brel.”
Omdat die niet reageerde zijn de opnamen toch gestart. Ook Van Trier werd uitgenodigd in de studio. “Ik heb het lied een keer voorgezongen en de tweede keer: ’Boem’.” De eerste opname bleek meteen raak. “Het was perfect in het ritme. Na een paar minuten kon ik al weer naar huis. ’s Avonds kreeg ik een mailtje van Jan Smeets, ook enthousiast.”
Toen de cd praktisch rond was (het tekstboekje was al gedrukt), kwam er een mailtje van de familie Brel. Er was een probleem met twee vertalingen. Vertaler Jan van Nassau had in Merieke “de Bruges et Gand” door “d’ Ọge brug en de Baon” vervangen. Twee zeer herkenbare plaatsen in Roosendaal. Dat kon niet. Bovendien mocht het chanson Madeleine niet als D’n Hein worden gezongen.
De beantwoording met argumentatie door de projectgroep mocht niet baten. Een bemiddelingspoging van de Belgische zanger Johan Verminnen haalde eveneens niets uit. De erfgenamen staan blijkbaar geen logische aanpassingen in een andere taal toe. Daarmee is de ruimte voor het artistieke vertaalproces erg beperkt. De Editions Jacques Brel beheert op die manier het muzikale erfgoed van de chansonnier als de mythologische Cerberus. De driekoppige hond bewaakte de toegang van het dodenrijk. De doden konden de onderwereld niet verlaten. Bovendien mochten de levenden niet naar binnen.
Toch is er meer aan de hand. Van Jacques Brel is bekend dat hij stevig in het Vlaams kon vloeken maar de tegenwoordige familie Brel spreekt blijkbaar geen woord Nederlands. Zeker geen Brabants hoewel Brussel toch ooit de hoofdstad van Brabant was. De overige veertien vertaalde chansons leverden geen problemen op. Zelfs niet het nieuw opgezette Jongensjare van Peter Dictus. Om vast te stellen dat “de Bruges et Gand” veranderde in “d’Ọge brug en de Baon” en “Madeleine” in “D’n Hein” hoef je geen Brabants of Nederlands te kennen. Om de overige teksten te begrijpen natuurlijk wel.
De twee vertalers kregen het verzoek een nieuwe vertaling te maken. Jan van Nassau gebruikte de kerstdagen om een nieuwe tekst te schrijven. Marja van Trier vindt echter haar eerste vertaling - nog steeds - perfect. “Ik kan toch niet zo maar iets veranderen van een vrouw in een man. Dan loopt alles mank en krijg je weer zo’n gezochte, niet op noten passende tekst.”
Ze vindt ook dat “door het lange wachten met commentaar, de familie Brel eigenlijk geen recht van spreken meer heeft.” Bovendien ervaart ze een vorm van discriminatie. “Als je dit soort verboden oplegt, dan kan zo’n lied alleen maar door een man voor een vrouw gezongen worden. Ik mag wel Madeleine zingen. Dat klopt helemaal niet in de visie van Brel. Die heeft zich nooit uitgelaten over homofilie.“
Marja van Trier veranderde daarom niets en trok haar bijdrage terug.

De presentatie van Sjaak vond uiteindelijk plaats in maart. Op de cd dus geen D’n Hein. Dat is jammer omdat daarmee de bijdrage van de meest uitgesproken Brabantse chansonnière ontbreekt. Als het Hoederschap van de Brabant Bokaal de poot wat meer stijf had gehouden, dan was D’n Hein misschien wel op Sjaak te horen geweest. De opstelling van het hoederschap staat daarmee lijnrecht tegenover Marja van Trier. Zij weet nog steeds niet van wijken. Het wachten is op haar volgende cd. Volgens de zangeres uit Loon op Zand staat daarop het gewraakte lied: “Ik ga d’r voor”. In deze uitgave van Brabants krijgt u alvast een voorproefje in de vorm van de tekst. Die doet in kracht en sfeer in elk geval niet onder voor het Franstalige origineel.
En als u echt niet tot die cd kunt wachten, kijk dan even op:
http://www.cubra.nl/agenda/agenda2012/Brel-cd.htm

terug naar Brel op z'n Brabants

Deze pagina is bijgewerkt op