de Volkskrant op het web

De week van
de carnavalsschlager

Bij ons staat op de keukendeur / Het is niet altijd rozengeur. Wim Kersten, 1969. Blijft een geweldig nummer.

‘Het zit tekstueel heel goed in elkaar. Het leven kan tegenzitten, maar wat er ook gebeuren zal / we vieren altijd carnaval. Het is de essentie van dit feest. 362 dagen in het jaar in de pas lopen voor de baas. En dan drie dagen los.’

‘Den Bosch - Oeteldonk dus - heeft zeker een traditie op dat vlak. We hebben sinds 1959 het Kwekfestijn, zeg maar het songfestival voor het carnavalslied. Voordat carnaval begint, wordt uit zo'n zestig deelnemers het beste carnavalsnummer gekozen.’

Die hèndjes de lucht in, van Wim en Danny van Nimwegen, twintig jaar oud, maar nog altijd goed. En natuurlijk Bij ons staat op de keukendeur. Maar...’

‘Het wordt wat oubollig, vind ik. Als rechtgeaarde Oeteldonker maak ik me zorgen. Ik loop in februari door de stad, hoor links in het café hoempamuziek, daar zie ik alleen vijftigers carnavallen. Rechts hoor ik doenke-doenke-doenk, allemaal jongeren. Die draaien geen carnavalsmuziek. Dat is spijtig.’

‘Vorig jaar werd ik vierde op het Kwekfestijn: met De Foe Jong Bende en het nummer Flowercurtainpower, over een bloemetjesgordijn.’

Dus mensen schei us uit mee da chagrijn / Lach en wór un bluumke in mun bloemetjesgordijn. Wat nummer één wordt op het Kwekfestijn, doet het meestal niet het beste in het café. Ons nummer werd veel gevraagd bij het carnaval.’

‘Zeker. Volgens de echte dialectdeskundigen is er overigens een verschil tussen het plat Bosch en het Oeteldonks. Maar eerlijk gezegd is dat lastig te duiden.’

‘Lekker korte woorden, mar in plaats van maar, niet wordt maar wôr. Zingt goed. En sommige woorden bestaan alleen hier, zoals uwes: Wilt uwes nog un pilske?

‘Niet het dialect is een probleem, maar de muziek. Op het Kwekfestijn zijn elektrische instrumenten verboden. Nou, met een trekzak kom je bij die jongeren niet ver.’

‘De keuzes van de Kwek-jury zijn wat aan de conservatieve kant. Ze zouden meer naar vernieuwing moeten kijken. Op Oetelpop wil ik laten zien dat eigentijdse muziek nummers veel aantrekkelijker kan maken.’

‘Het is een avond in popcentrum W2 met jonge muzikanten. Ik selecteer een aantal nummers die een beetje Oeteldonker moet kennen en die zich lenen voor een arrangement. De muzikanten gaan ermee aan de slag. Er zijn slechts twee spelregels: je moetje houden aan de oorspronkelijk melodie en tekst.’

‘Op de eerste editie was iedereen, ik ook, enorm verrast. Sommige nummers waren prachtig geworden.’

‘Er is een nummer van Ad Siemons, Ooit. Een beetje een plechtstatig nummer, opgedragen aan de vrijwilligers van carnaval. Maar met volledige band werd het echt prachtig, episch, met een zware bezetting eronder. Ook voor de componist zelf was dat een aangename verrassing.’

‘Uit eigen oeuvre dan: Wauw, wa ben de mooi en lekker / Wauw,'k vuul me bij jou zo fijn / Wauw, ik wór van jou steeds gekker / Kom in mun bloemetjes gordijn.’

terug naar Hans Vervoort

Deze pagina is bijgewerkt op