De NRC op het web

TANTE LEEN

Peetmoeder van de Jordaan

Door HENK VAN GELDER
Tante Leen de zangeres van het Jordaan-lied is vannacht op 80-jarige leeftijd overleden. Ze was al geruime tijd ernstig ziek en verscheen alleen nog - in een rolstoel - op feestelijke bijeenkomsten in het teken van het lichte lied. Haar liedjes blijven, samen met die van Johnny Jordaan, behoren tot het Am¬sterdamse standaardrepertoire.
Helena Polder, zoals ze voluit heette, werd in 1912 geboren in de Willemstraat en groeide op met het vaak smartelijke repertoire van Willy Derby, Kees Pruis en andere vooroorlogse vocalisten. Ze werd bedrijfsleidster in een café en was niet van plan zangeres te worden, tot ze in maart 1953 op aandringen van haar omgeving deelnam aan een Jordaanfesttival, georganiseerd door directeur Ger Oord van de platenmaatschappij Bovema. Johnny Jordaan won en zij werd, tot haar eigen verbazing, tweede. Door dit festival en de twee nieuwe sterren die er werden ontdekt, groeide het volkse belcanto uit tot een populair genre in het hele land. Jarenlang was het op radio en televisie alsof er in Nederland in geen enkele andere tongval werd gezongen dan in de Amstersedamse. Tante Leen en Johnny Jordaan verkochten in die tijd honderdduizenden platen; haar grootste hit werd Oh Johnny, een ode aan hem.
Als ze niet op tournee was, trad Tante Leen elke avond op in haar café aan de Nieuwendijk op, waar de rook te snijden was en alleen een accordeon haar typische staccato-zang begeleidde. In dat café was ze niet alleen de toptractie, maar ook de moederlijke gastvrouw die niet moe werd de verzoeknummers keer op keer te herhalen. Ze meende wat ze zong en daarom klonk elk loflied op Amsterdam weer als nieuw.
Naast de - vaak door haar begeleider en mentor Harry de Groot geschreven – volkse liedjes bleek Tante Leen ook ander repertoire te beheersen. In diverse programma's van Wim Ibo droeg ze onder meer liedjes van de cabaretpionier Eduard Jacobs voor, met een authentieke toewijding en zorgvuldige dictie. Zelf zei ze dat ze dat talent ontleende aan baar intuïtie voor muziek: „ Ik lees geen noten, voor mij staat alles in de spontane terts.
Om gezondheidsredenen moest ze in 1973 afscheid nemen. Daarna vormde ze nog regelmatig het middelpunt van huldigingen en andere feestelijkheden, maar ze liet zich niet meer overhalen nog te zingen. Dat hoefde ook niet meer, ze was de peetmoeder van de Jordaan-zang geworden en haar stem blijft nog op al haar platen klinken.

terug naar Tante Leen

Deze pagina is bijgewerkt op