De Stentor op het web

Streektaalavond is bijna tè Nederlands

door George Huisman

OLDEMARKT - Wat tè Nederlands. Dat was het oordeel van een aantal bezoekers van de streektaalavond, woensdag in Oldemarkt. De presentatie van de bundel met korte verhalen van Frouk Alice Weijs-Kroek uit Sint Jansklooster was een bijzonder moment, dezelfde avond.

De grote zaal van Dalzicht in Oldemarkt was behoorlijk gevuld toen IJsselacademie-directeur Jan ten Klooster de nieuwbakken streektaalconsulent Albert Bartelds van dezelfde instantie voorstelde. Deze van oorsprong uit Rouveen afkomstige Zwollenaar verzorgde de presentatie van de avond. Naast Weijs traden de Drentse schrijver/verhaalverteller/dichter Erik Harteveld en de Sallandse band Muppet Stuff op. Laatstgenoemd drietal zorgde voor een wat te ‘Hollands‘ accent van deze avond; er staan slechts drie dialectnummers op het repertoire van de groep. En dat terwijl een nummer als ‘Alles gaat zoals het gaat‘ toch makkelijk in dialect te vertalen is... Maar hetgeen de groep voor het voetlicht bracht was licht, vrolijk en aangenaam.
Ook Harteveld wisselde ‘plat praotn‘ helaas te gauw en te gemakkelijk af met Nederlands. Jammer, want zijn alter ego ‘Vrouw koetje‘ heeft heel veel moois te vertellen, in het Drents. Hij is een man met een prachtige interactie met het publiek, ongedwongen, als zit hij met gasten om de keukentafel.
Dialect kwam gelukkig voor honderd procent bovendrijven tijdens de presentatie van het boekwerkje ‘Meinsen kienders!‘ van Frouk Alice Weijs-Kroek. ‘Ze moest eerst flink over de streep getrokken worden om haar ‘stukkies‘ te bundelen‘, verried Ten Klooster namens uitgever IJsselacademie. ‘Maar wij zagen gelijk haar kwaliteiten: makkelijk leesbare verhalen, met een duidelijk thema, over doorsnee dingen die zich afspelen in een gewoon gezin met een vader, moeder en vier kinderen‘. Frouk Alice, die periodiek haar columns schrijft voor de dialectrubriek Pennestreek‘n op de pagina eigenStreekeigen van deze krant, nam stralend haar ‘boekien‘ in ontvangst (‘Ik bin der bijna hysterisch trots op‘). ‘Mooi hè‘, vond ze het resultaat. Ze las een aantal verhaaltjes voor: over ‘Vrouwentactiek‘, waarin ze subtiel uit de doeken doet hoe een vrouw (zijzelf dus) moeiteloos kans ziet om haar ideeën zo bij haar man over te brengen dat het lijkt of het zìjn ideeën zijn. Of hoe haar man en drie zonen reageren als de tondeuze uit de kast wordt gehaald om het kwartet te voorzien van een heus marinierskapsel. Het wordt bepaald hilarisch als tot drie keer toe de tondeuze het begeeft. Of hoe om te gaan als een ‘spiekerbroek‘ met de ‘neimesiene‘ hersteld moet worden. Dat gebeurt dan door iemand die niet kan en niet wil ‘neien‘. Een gelukzalig moment beleeft ze als ze de naaimachine met spijkerbroek en al het trapgat van de kelder naar beneden ‘mietert‘. Totdat ze ruw ontwaakt uit haar trance. De dertig korte verhaaltjes (verluchtigd met tekeningen van zwager Albert Weijs jr.) zijn stuk voor stuk herkenbare juweeltjes van de hand van Frouk Alice. Alledaagse zaken die zich afspelen in een schijnbaar alledaags gezin in een alledaags dorp. Geschreven in een vlotte spreekstijl, in Kloosters dialect, maar feitelijk leesbaar voor iedere ‘dialecticus‘. Soms tonen de ‘stukkies‘ het boerenslimme van de vrouw, soms de verwondering, soms de wanhoop, soms de emotie. Soms worden kleine irritaties tot ongekende proporties opgeblazen, soms krijgen we een kijkje ‘in‘ de vrouw. Ook nog een leerzaam boek dus, voor mannen...


Deze pagina is bijgewerkt op