De Stentor op het web

Cabaretesk in het Sallands dialect

door onze correspondent Johan Kiekebosch

SALLANDSERFGOED - Dikwijls is vake, en aj bezig bent, bej ganks. Winkel is zake en soms, dat is manks.' Ooit vatte Höllenboer in deze twee magistrale zinnetjes de cabareteske mogelijkheden van het Sallandse dialect samen.

De zinnen rijmen, bevatten enkele echte Sallandse woorden en werken onmiskenbaar op de lachspieren. Wat wil een cabaretier nog meer? Niet dat Höllenboer bewust voor het dialect koos. "In het begin vond ik het meer een handicap. Toen ik 17 was had ik een sollicitatiegesprek in Franeker'', vertelt de helft van het Luttenbergse duo, Gerard Oosterlaar. "Ik was een kwartier aan het woord, in het Nederlands. Toen ging de sollicitatiecommissie terugpraten in het Fries. Ik zei dat ik er niks van verstond. Toen bleek dat ze mij ook niet hadden verstaan.''
Voor het Wiejes Cabaret ligt het anders. "We zijn ermee opgegroeid en praten en denken in het dialect, het was vanzelfsprekend dat ons optreden ook in het Sallands was'', vertelt Anton Kleine Schaars.
Bij Mark te Boekhorst ligt het weer anders. "Gek genoeg praat ik met mijn vader Nederlands, ik voelde me niet op mijn gemak om dialect tegen hem te praten. Thuis praat ik met mijn vrouw ook Nederlands. Terwijl in beide families verder iedereen dialect met elkaar spreekt.'' Misschien daarom dat de cabaretgroep van Te Boekhorst, Zwiekoteboebo, niet alleen Sallands gebruikt. "Ik denk vooral in beelden. De taal volgt dan. Wij komen als groep voort uit de revue van de KPJ, het is eerder variété wat wij doen, met ook allemaal typetjes. Zo hebben we nu een sketch van Handige Harrie. Daarbij hoort Amsterdams. In een bluesnummer van ons past het Sallands weer heel goed. Zoals: 'Indianen zonder peerd, bent mie gin schuppe veur de konte weerd.''
Het Wiejes Cabaret doet wel alles in het dialect, maar puristen zijn het niet. "Als het zo uitkomt, dan gebruiken we net zo gemakkelijk een Nederlands woord'', legt Gerrit Hulleman uit, "soms kom je bijna niet weg met het dialect. Ook worstelen we wel eens met de klemtoon.''
Höllenboer denkt er anders over: "Het is altijd passend te maken. Soms gaan er weken overheen, maar dan heb ik het opeens. Ik wil het maximale rendement uit de woorden halen.'' Oosterlaar kan helemaal lyrisch worden van het Sallands. "Moj bijvoorbeeld vind ik zo'n prachtig woord, of humsie. Laatst hoorde ik het woord bospantoffels. Dat had iemand zelf verzonnen, prachtig vind ik dat, hij bedoelde er klompen mee.'' Hulleman: "Hij stoekt an de grond, is ook zo'n mooie Sallandse uitdrukking.''
Oosterlaar geeft aan dat het dialect per dorp kan verschillen. "Anders en aans, un maane met eerappel of een mande met jappels, vekaansie of vakantie: allerlei woorden worden verschillend uitgesproken.''
Waar Zwiekoteboebo in beelden en situaties denkt, en Höllenboer met taal speelt, werkt het Wiejes Cabaret steeds vanuit onderwerpen. "Als we gevraagd worden voor een optreden, maken we er meestal een eigen liedje van'', vertelt Hulleman. De onderwerpen van het Wiejes Cabaret zijn doorgaans lokaal georiënteerd, in Wijhe algemene onderwerpen, in Raalte, waar het Wiejes Cabaret steeds met Stöppelhaene optreedt, politiek gekleurd. Beroemd werd hun welkomstwoord aan het Raalter college. Wethouder Gorter lag politiek onder vuur. 'Goedenavond mijnheer Gorter' groette Hulleman hem, 'bent u er ook. Nog.'' Daarmee wordt ook duidelijk dat het Wiejes Cabaret altijd contact zoekt met het publiek. "Als we voor een uur liedjes hebben, duurt de voorstelling twee uur'', licht Kleine Schaars de werkwijze van zijn kompaan toe, "soms lig ik dubbel van het lachen, hij bedenkt het steeds maar weer.''
De programma's van Zwiekoteboebo en Höllenboer zijn zwaarder geregisseerd. Te Boekhorst: "Als je een bepaalde zin iets anders zegt, is het effect direct weg, dat luistert heel nauw.'' In ieder geval hebben de drie groepen succes. "Met gemak is het iets speciaals aan het worden'', constateert Te Boekhorst, "het is voor het publiek ook wel iets om er bij te horen.'' Kleine Schaars: "Hier wordt je er in ieder geval niet op nagekeken.'' Oosterlaar: "Mensen uit het westen accepteren het ook steeds meer.''
Wiejes Cabaret, Höllenboer en Zwiekoteboebo hebben de liefde voor het theater gemeen. "Optredens voor statafels is niks'', gruwt Te Boekhorst. "Aan bruiloften beginnen we niet'', vindt ook Kleine Schaars. Höllenboer was eens bij een duivenvereniging. "Na twee liedjes was duidelijk: dat wordt niks.'' "Als mensen speciaal naar jou komen, dat is heerlijk'', vindt ook Hulleman. Oosterlaar: "Je kunt je eigen sfeer creëren.''


Deze pagina is bijgewerkt op