TC Tubantia op het web

‘Minister Spies, weast non toch nit zo eegnwies’

RIJSSEN - Bob Marley was de koning van het protestlied. Op de zwoele toegankelijke klanken van reggae maakte hij zijn afkeer van het systeem kenbaar. Rijssenaar Martin ter Denge doet hetzelfde als zijn grote voorbeeld. Met ‘Liesbeth Spies’ introduceert hij Twentse protestreggae.

Het Nedersaksisch verdient erkenning als taal, vinden voorvechters van de streektaal. De 26-jarige Martin ter Denge uit Rijssen is één van hen. „Een erkenning als taal betekent extra geld om er werk van te maken”, stelt de student interculturele communicatie. Maar die erkenning is voor het Nedersaksisch, dat in Noord-Oost Nederland en een groot deel van Duitsland gesproken wordt, ver weg. Huidig demissionair minister Liesbeth Spies van Binnenlandse Zaken liet dit jaar weten het Nedersaksisch niet als taal te erkennen.
Tot groot verdriet van Ter Denge en andere voorvechters van het Nedersaksisch. Er werd een lobby gestart om het tij te keren. Een petitie op internet heeft inmiddels bijna tienduizend handtekeningen bij elkaar gebracht. Er werd een strijdlied geschreven in het Drents.
Ter Denge deed hetzelfde. Hij luchtte zijn hart met muziek. Zijn favoriete muziek. „Ik ben een reggaegek. Ik ben begonnen met schrijven. ‘Liesbeth Spies’ en ‘eegnwies’ rijmden al.” Later kwam daar met het oog op de naderende verkiezingen de zin ‘Deank a’k tookn moal wier nen aandern kies’ bij. Het refrein en de kern van zijn protestvers waren geboren.

terug naar Martin ter Denge

Deze pagina is bijgewerkt op