magazine
van folk tot
wereldmuziek

NEWfolkSOUNDS op het web

streektaal

Peter de Haan, Frank den Hollander en Alina Kiers zijn als Voorheen De Bende nauwelijks bekend op enige afstand van Groningen, maar het trio trekt in het noordoosten van ons land overal volle zalen. Dat succes stoelt op aansprekende, humorvolle teksten en lekkere muziek. Die muziek kreeg nog meer betekenis. Eerder overheerste vooral de cabaretrock maar deze keer is er ook bluegrass, country en folk te horen. Daarvoor zorgen vooral de pazzipanten Harry Niehof en Jan Veldman. De teksten stonden altijd al bol van onderkoelde humor. Deze keer trekken de bijdragen van Veldman de mondhoeken nog verder van elkaar; zeker als hij Ede Staal parafraseert: “t Is de lucht onder Oethoezen, riolering is kapot…” Een ander voorbeeld is Doen in Oskerd waar ruig en lekker, kunstig met elkaar zijn verweven. Vroeger waren het de pinda’s van de Spar; nu loopt Ganzedijk als running gag tussen de liedjes door, met de Lidl van dat bekendste gehucht van Nederland als middelpunt. Bie de Lidl is een echte klapper en de bekende Pruimeboom (van Hieronymus van Alphen uit 1788) wordt voor de gelegenheid in de Appalachian Mountains geplant. Een onvermijdelijke cd voor alle fans van Voorheen De Bende en natuurlijk voor hen die dat willen worden.
De Groninger groep Hail Gewoon legde eerder vooral de nadruk op rock, maar deze keer komen meer stijlen naar voren. Het titelnummer Soep Vlees en Pudding krijgt een leuke texmex-dressing. Het aanstekelijke accordeonspel van Klaas van der Woude en het stuwende baswerk van Tamme Kamminga leggen daarvoor een goede basis. Aans as aans wordt in een fraai arrangement met een vrolijke accordeon ook fraai vormgegeven. Zo is de titel van die Ede Staal-klassieker eigenlijk van toepassing op de hele cd. De nieuwe schijf klinkt door die variatie erg levendig.
Klaus Groth (1819-1899) was een van de grootste Platduitse dichters. Tijdens zijn leven onderhield hij vriendschappen met diverse tijdgenoten uit de Duitse cultuurhistorie zoals Theodor Storm (1817-1898) en Johannes Brahms (1833-1897). De laatste zette zelfs een aantal gedichten van Groth op muziek. Zanger-gitarist Christoph Scheffler heeft nu 21 gedichten van de Duitse romanticus verklankt en als toegift nog een gedicht van Storm voor Groth. Het zijn rustige liedjes met een sprankelende gitaarbegeleiding die aangenaam klinken. Korte toelichtingen verduidelijken de teksten. Jammer genoeg zijn de gezongen gedichten er niet bij afgedrukt.
Jarje werd eigenlijk pas in 1976 bekend door een optreden tijdens het Eerste Friese Folk festival, dat nota bene in Amsterdam werd gehouden. Het trio startte echter al in 1974 en groeide uit tot een kwintet. Dat bestond uit Hille Faber (zang en mondorgel), Pieter Immenga (sologitaar), Harry Koch (basgitaar), Jos de Vries (zang en gitaar) en Thys Wadman (drums). Jarje stopte maar enkele leden hebben de draad weer opgepakt. Daar mogen we blij mee zijn want de muziek die het vijftal in 1981 (Jarje) en 1987 (Boerebal) op de plaat zette, klinkt nog steeds leuk. Dat is opnieuw te horen want tracks van die schijven zijn gedigitaliseerd. Sommige liedjes blijven actueel zoals Iensume minsken en aparte uitvoeringen vinden we ook. Bv. in het vocaal vormgegeven orkest (Fanfare) waar de tekst een soort smartlap is. De meerstemmige zang en instrumentale afwerking klinken fraai en degelijk. Dat de groep ook als bluesrockband goed werk leverde, horen we in Ferhúzje. De jongste teksten, vooral van Jos de Vries, zijn poëtisch en experimenteel. Hoeboeman is een soort Friese tegenhanger van de Blauwbilgorgel. Ook De trein klinkt nog steeds erg origineel en het enige ‘Duitstalige nummer’, Friesische Freund, getuigt van humor. Als Jarje straks weer net zo fris en vrolijk te werk gaat als in de vorige eeuw, is het binnenkort (bij een volgende cd!?) weer volop genieten.
De tweede cd van de Drentse Muziekmaatschappij klinkt minder popachtig dan de eerste. De muziekstijlen lopen deze keer ook meer uiteen. De schijf start met een pittig ska/reggae nummer van Michel Wijninga, Ik wil allèn maor jou. Fraai klinkt Dreum van Luc Oostra die zichzelf begeleidt op gitaar met prettig pianospel van Jan Kuipers. Martije Lubbers horen we zelfs twee keer. Haar warme bossanova, door Rob Elferink gecomponeerd op een tekst van Marjolijn Scherphuis klinkt aangenaam. Chris de Jonge laat zich in ’t Regent starren losjes door de folkgroep Tangarine & Friends begeleiden. Antoine Stock zingt met een bijzondere stem zijn Schreeuwlied maar zeker niet schreeuwend. Ook het ingetogen Stil maor van Theo Bruinsma boeit. Het door Willem de Vries gezongen Boerenleed is het mooist. Het valt niet alleen op door de prettige muziek maar ook door de tekst over de schaduwzijde van het boerenleven. Bovendien speelt Kees Hendriks er prettig op accordeon tussendoor. Hendriks is ook op andere tracks op uiteenlopende instrumenten te horen. De tweede editie van dit project om de Drentse muziek te stimuleren, haalde ook deze keer weer nieuw en leuk talent naar boven. Hopelijk blijven de deelnemers ook in de toekomst in het Drents zingen en musiceren.
De Glacis startte in 1983. Ter gelegenheid van het zilveren jubileum verscheen nu de eerste cd. De groep, die in twintig jaar niet van bezetting veranderde, legde zo wat werk voor het nageslacht vast. Toch staan de dame en de vier heren liever op de planken dan in de studio. Bij het kwintet, dat zijn naam dankt aan de eerste repetitieplek in Bergen op Zoom, staat de muziek centraal. Het repertoire omvat instrumentaaltjes en volkse liedjes; voor een deel traditioneel maar ook zelfgeschreven. Beide soorten stralen gezelligheid uit. Bij de traditionele liederen horen klassiekers als De haverkist. De eigen nummers als Kullekes van Borgvliet en de Alterse Kermis klinken als ware traditionals. Het instrumentarium is niet standaard. Er is geen viool en soms speelt er wel een cornet mee. In het spookachtige Hildernisse klinkt zelfs een zingende zaag. Het lied speelt zich af rond de enige buitendijkse boerderij in Nederland. Ook recente liedjes zoals Julia passen in het repertoire van de groep. Uit die grote liedvoorraad selecteerde De Glacis typerende nummers voor de jubileum-cd. De achttien gekozen tracks vormen een aangename doorsnee.
Ook Puur Natuur komt uit West-Brabant. Het trio bestaat sinds 2004, maar is al aan een tweede cd toe. De lokale geschiedenis staat bij het drietal centraal. Vrolijke wijsjes begeleiden historische gebeurtenissen. De liedjes zijn gekoppeld aan een plek (de pomp op de markt in Hoeven), een persoon (Quirinis) of een onderwerp (turf). Soms ligt de gebeurtenis zelfs ver in het verleden zoals de stichting van de kapel in Zegge, kort na de Sint Elizabethsvloed (1421). Die overstroming is aanleiding voor nog een lied. Dodendraad over de elektrische versperring met België tijdens de Eerste Wereldoorlog is indringend. Ondanks de ogenschijnlijk zware onderwerpen die het trio laat passeren, presenteert Puur Natuur geen zware kost. De gebeurtenissen kennen vaak een ingebouwde kwinkslag en de muziek is vooral luchtig. Walsjes, marsen, tango’s en andere melodieën dragen de historie en juist dat tussendoortje zoals het instrumentele Puur natuur muziekske smaakt naar meer.

Joop van den Bremen

Voorheen de Bende
Mit pazzipanten
(Pap Label PL CD 2008-01)
Hail Gewoon
SVP
(Marista MCD 7500)
Christoph Scheffler
Min Hart stiggt to hoech
(Artychoke AP 0708-CD)
Jarje
Boerebal
(Marista MCD 7507)
Diverse artiesten
SDMM 2
(Eigen beheer / www.sdmm.nl)
De Glacis Glacispriolen
(Eigen beheer www.volksmuziekgroepdeglacis.nl)
Puur Natuur
Echt un stukske Brabant
(Eigen beheer HAW 26953 / 0165 383084)



Deze pagina is bijgewerkt op