9 december 1998
Provinciale Zeeuwse Courant op het web

Weemoed met een glimlach

door A. J. Snel

Haar liedjes komen voort uit zachte krachten. Ze bespiegelt en zo nu en dan steekt ze een preekje af. Zonder haar boodschap in het hoofd van de luisteraar te rammen. Daartoe leent zich haar gereedschap - het Noord-Bevelands dialect - ook niet. Janna Martina Kopmels (36) uit Kortgene spreidt een dekbedje van taal over haar zienswijzen. Wie ervan wil kennisnemen, moet daar onder kruipen. De Zeeuwse dialecten zijn niet zo direct. Ook verbaal loopt de kortste weg niet langs een rechte lijn.

Het gaat in haar liedjes over haar jeugd, de robuustheid van een fort, het landschap dat ze liefheeft, religie, een oude vrouw die ervaart hoe ze haar greep op de wereld verliest. Anja Kopmels houdt het dicht bij huis en weinig hoogdravend. In zaaltjes waar ze optreedt en via de Zeeuwse Omroep, roept ze herkenbare beelden op die ontroeren of een lichte glimlach teweegbrengen. Ze geeft handreikingen voor het vormen van een oordeel en houdt zich meestal verre van een veroordeling. "Ik ben niet iemand die het snoeihard brengt. Dat past niet bij me," zegt ze.

Te direct
Van haar moeder leerde ze gitaarspelen en ze schrijft liedjes vanaf haar vijftiende, zestiende. Aanvankelijk in het Engels. Over De Grote Liefde, maar dan liefst flink versluierd. "Ik heb er veel van weggegooid en wat ik nog heb, dat speel ik niet meer. Het is nog wel eens leuk om terug te zien hoe je dacht in de periode dat je opgroeide. Dat schrijven in het Engels, daar ben in mee gestopt. Toen ik in Tilburg de lerarenopleidingen Godsdienst en Frans volgde, heb ik nog wel eens geprobeerd in het Frans te schrijven, maar dan moet je meer macht over de taal hebben. In het Nederlands, dat lukt ook niet. Je had destijds groepen als Toontje Lager en ik dacht dan: 'Waarom doen ze dat zo met die teksten?' Dat gold trouwens voor veel Nederlandstalig op de radio. Ik wilde dat beter doen, maar ik slaagde er niet in, Ik kon met het Nederlands niets verdichten, kwam met veel te directe, blote, eendimensionale teksten. Het was een heel geworstel, maar ik vond de goede woorden en zinnen niet.
Een enkele keer kwam ik in de buurt van wat ik wilde overbrengen, maar als ik het dan zong hoorde ik mezelf dat doen. Te koud; alsof je een boodschappenlijstje zingt waar alle ingrediënten wel op zijn genoteerd maar wat nog geen, maaltijd oplevert. Zo ben ik uit een soort balörigheid uitgekomen bij de taal waarmee ik ben grootgebracht. Zeeuws, om precies te zijn Noord-Bevelands met wat invloed vanaf Zuid-Beveland."

Over een oude vrouw die moedeloos wordt van haar eigen vergeetachtigheid, maar die nog altijd de klanken van haar jeugd in het hoofd heeft:

mer a 'k die meziek dan wee oare
dan voele'k men eihe wee hoed
dat stikje is noh nie verloare
zo putte 'k wee een bitje moed

moed om de tied te trotseren
en moed om nog deur te haen
'k za oales langsaem verlere
behalve de maete te slaen


"Dat zal ik niet zingen op een feestavond meteen barbecue. Ik pas mijn programma aan de omstandigheden aan. Zo'n liedje over dementie, dat kun je zingen voor een groep mensen uit de zorg. Ik heb het ooit logisch gevonden dat ik ook in de verzorging terecht zou komen. Maar toen ik daar dieper over nadacht, had dat toch teveel met lichamelijke dingen te maken. Voor mij komt het teveel aan het lijf. Of ik ooit van het zingen mijn broodwinning zou willen maken? Het lijkt me een iets te hectisch bestaan opleveren. Nog meer dan dat van lerares. Ik geef Godsdienst op de Christelijke Scholen Gemeenschap Walcheren in Middelburg en ik denk dat ik een beroep heb gekozen dat bij me past. Ik mag wel eens een preekje houden. Over de dingen die in je directe omgeving zijn.
Asielzoekers, drugsgebruik, eenzaamheid van mensen. Er is geen christelijk patent op het overdragen van normen en waarden maar het geloof biedt wel een basis voor gedachtenwisseling. Het is belangrijk dat een gesprek mogelijk is. En ik probeer in mijn werk te laten zien wie ik ben en wat ik belangrijk vind. Zorg en aandacht voor de mensen om je heen, voor je omgeving."
Die omgeving is aan verandering onderhevig en Anja Kopmels kan daar lang niet altijd blij over zijn.

"Dat heeft wel iets dubbels, daar ben ik me van bewust. Die Center Parcs-achtige dingen, ik begrijp wel dat mensen graag van Zeeland komen genieten. Maar aan de andere kant, er gaan elementen in het landschap verloren waar ik heel ereg aangehecht ben. In de tijd dat ik in Tilburg studeerde, werd de nieuwe Vlakebrug gebouwd. Aan de ene kant was dat best en mooi werk, maar aan de andere kant zag je de schorren onder het zand verdwijnen. Zo gaat het met veel dingen. Dat kronkelige weggetje waar je vroeger hebt gelopen en waar je veel hebt meegemaakt en nagedacht, ik vind het jammer dat daar beton van gemaakt wordt. De landbouw heeft het landschap gemaakt. Op een goede manier. Natuurlijk moet je naar de toekomst kijken maar toch, als ergens de vestiging van een mega-varkensbedrijf wordt tegen gehouden of van een nertsenf okkerij, dan ben ik blij."

Over het weidse landschap dat ze liefheeft schreef ze 'Een diek mee boamen'. Een fragment:

wat kan zo'n uutzichtje toch raeke
ier kom wee eel men jeugd verbie
da kan me soms gelukkig maeke
en soms een oare keer wee nie

dan bluuve'k hinke op twi hedachten
bin 'k zo de hoeie weg hehae
op die diek, die diek mee boamen
mo ik di bie stille stae


"Dat hinken op twee gedachten, dat zit wel in me. Ik krijg iets weemoedigs van het feit dat dingen verdwijnen, maar de dijkverhoging die langs de Oosterschelde is gemaakt, daar zie ik ook het nut wel van in. In mijn liedjes probeer ik iet's van die weemoed te laten doorklinken, maar wel met een glimlach eronder. Het Zeeuwse landschap heeft die mooie afwisseling van weids en coulissen en dat moet niet allemaal eenvormig worden. Het kan best zijn dat ik conservatief ben in die zin dat ik de neiging heb te conserveren. Het zingen is voor mij een uitlaatklep, maar ik wil ook iets laten horen van bezorgdheid over wat teloorgaat. Of het dialect zal blijven, ik weet het niet. Het kan uitsterven. Op het platteland zal het langer standhouden dan in de stad. Wij geven het wel door aan Lenny ons zoontje. Hij is twee jaar; het gevoelsleven ontwikkelt zich tegelijkertijd met het praten. Hij mag best een mondje Zeeuws kunnen praten. Ik voel me meer thuis bij plattelanders dan in de stad ja. Ook wat betreft mentaliteit. Ookin de Zeeuwse steden, die maar klein zijn, zijn de mensen wat meer op zichzelf betrokken, meer individualistisch. In de dorpen heb je nog een smeurtje sociale controle die soms best benauwend kan zijn maar waarin ook iets van herkenning zit. Ik heb tweede bugel gespeeld in de harmonie. Dan doe je samen je best om iets neer te zetten. Dat heeft te maken met saamhorigheid."

Wikken,
Haar liedjes - ze heeft een repertoire van enkele tientallen - zijn de uitkomst van een proces van wikken en wegen. "Op een gegeven moment dient zich iets aan en daar broed ik een tijd op. Het maalt een aantal keren door mijn hoofd en dan komt er een moment waarop de stukjes in elkaar vallen.

'Dat ouwe boek', over een man die bij het opruimen van een kast zijn vergeten Bijbel terugvindt:

wat beteken nog de biebel
in het deaheleks leven dan
vor de één ei 't glad gin waerde
een ander maekt er een wetboek van
is 't een bron van inspiratie
of zeit de biebel oe a 't mot
leze me mee open oohen
zit ons 'arte nie op slot

messchien motte me nie zoeke
nae: wa vind ik en wa vin jie
mè kun me mekaore vinde
zonder 't zelfde te zien
op oal onze problemen
is gin antwoord in et boek
mè soms kan de heest je raeke
en vol moed gaej dan wee op zoek


Anja Kopmels houdt niet van al te grote stelligheid, schuwt een dogmatische levenshouding. Godsdienst, waarin ze lesgeeft, daarover zegt ze: "Het is goed dat in het onderwijs ruimte is om na te denken over wat wezenlijk is, voor je gedachtenvorming en je levensvisie. Het komt allemaal neer op je denkarbeid. Over hoe je met anderen omgaat, En over het feit dat je zelf verder moet met wat je van thuis meekrijgt. Daarvan probeer ik in mijn lessen iets over te brengen. Je moet jezelf vragen blijven stellen: 'waarom doen mensen zoals ze doen, wat bezielt ze'? Zo komt je ook weleens tot een tekst.

terug naar Anja Kopmels

Deze pagina is bijgewerkt op