DE BRESKENS 17


Achter d’afslag bij de haven staat de oude visser Stan,
Weggedoken in de kraag van z’n jas daar op de dam.
Zoekend over ’t woeste water, of er nog niks is te zien,
van die kotter, de Breskens 17.

refrein:
Want de zee die neemt terug, van hetgeen zij ons ooit gaf,
Teveel soms zeggen bloemen op een Breskens zeemansgraf.
En elke visser daar die weet als hij z’n netten binnenhaalt,
Dat vroeg of laat de vis duur wordt betaald.

gesproken tekst:
En elke avond, als Stan dan thuis zit daar in z’n huisje vlakbij de kade,
dan …..net even voor hij z’n kooi induikt, pakt hij het “Groot Vissersboek”
dat altijd naast een foto van de “17” op de schoorsteen staat. En
voor de zoveelste keer leest hij dan weer Mattheus 14, over z’n grote Baas,
die over het water kon lopen……….. en dan vouwt Stan z’n handen,
wetend dat de “17” de haven van Breskens nooit meer binnen zal lopen………..
Op het meer van Galilea, dreigt een scheepje te vergaan,
maar dwars over die hoge golven kwam er toen een man gegaan.
In de laatste minuten, hebben z’op de “17” misschien,
die man daar op het water toch gezien…..

refrein:
Ja de zee die neemt…………………………………..

Tekst en muziek: Piet Brakman
terug naar Piet Brakman

Deze pagina is bijgewerkt op