15 maart 2012
Provinciale Zeeuwse Courant op het web

Fusie tussen Haagse bluf
en Spaanse flamenco

Het lijkt tegenstrijdig, maar in feite past het naadloos: een fusie tussen Haagse bluf en Spaanse flamenco. Het trio De Règâhs (ofwel ‘de reigers’ in plat Haags) leveren het bewijs daarvan in het programma The Hague Olé, zaterdagavond in het Ledeltheater in Oostburg en zaterdag 31 maart in Theater aan Zee in Renesse.

Oprichter van het trio is Johan Frauenfelder (1957), Hagenees in hart en nieren en klassiek geschoold gitarist. „Ik was als jong ventje een duivenmelker én gek van gitaar. Muziek werd me met de paplepel ingegeven. In Den Haag gebeurde het”, duidt hij de tijdsgeest. Overal klonken pop en blues, The Motions woonden bij hem om de hoek, zijn broer speelde gitaar in een bandje en zelf had hij snel door dat je gitaar spelend gemakkelijk een meisje kon versieren. En dus speelde ook hij gitaar. Niet in een band, maar bij voorkeur solo, gewoon ergens in een hoekje op school. Zijn voorkeur gold de klassieke gitaar met nylon snaren. Dat geluid sprak hem aan. De keus voor het Koninklijk Conservatorium lag voor de hand. „Toen de zoon van onze huisarts daar ook voor koos, vonden mijn ouders dat in eens ook wel O.K. Niet dat het voor mij daarvan afhing hoor. Het was immers de tijd om je tegen je ouders te verzetten, dus ik ging sowieso”, vertelt Frauenfelder. Hij maakte de opleiding niet af, volgde na wat omzwervingen de Sociale Academie, maar vond zijn bestemming toch in de muziek na kennismaking met flamenco. Daarin kon hij zich veel beter ontplooien dan in die eerder gekozen klassieke richting. „Ik heb namelijk een oogafwijking en heb maar voor zeven procent zicht. Bij flamenco gaat het vooral om luisteren, nadoen en zelf improviseren. Dat past mij dus beter.”
Frauenfelder presenteerde in 2002 zijn eerste solo-cd Tonos Negros en maakte in 2006 het album Caminantes met zijn groep NL Mundo. „Flamenco is een manier van leven. Alle aspecten van het leven worden in flamenco tot uiting gebracht”, leerde hij in de loop der jaren. Het besef dat deze muziekstijl een artiest ruimte biedt voor persoonlijke ervaringen en emoties bracht hem tot het oprichten van De Règâhs. In Marcel de Graaf (gitaar en zang) en Elvin de Haan (percussie) vond hij daarvoor gelijk gestemde lieden.
In die naam De Règâhs komt veel samen: Natuurlijk ‘de reiger’ als volkse variant op de chique ooie¬vaar, het symbool voor Den Haag. Maar Frauenfelder legt ook soepel de link met flamenco. „Het Spaanse woord flamenco betekent ook flamingo en daarnaast verwijst het naar het woord ‘Vlaams’, de tijd dat Nederland en Belgiè nog één land waren. Bovendien flamingos of flamencos, voor De Règâhs zijn het allemaal een soort ooievaars of roze reigers.”
The Hague Olé staat bol van typische Haagse humor. De drie musici steken met veel dingen de draak, maar onder die humor ligt een serieuze laag, „Wij laten horen dat het mogelijk is in het Haags gevoelige en subtieke liedjes te spelen. Het wordt nergen grof of plat. Als in de Spaanse flamenco de mooie vrouwen in Sevilla worden bezongen, zingen wij dat de mooiste meisjes in Den Haag te vinden zijn. Wij houden er ook van het publiek voortdurend op het verkeerde been te zetten. Zo komt er na veel humor bijvoorbeeld een lied over een dode merel in de duinen. Daar kunnen mensen soms tot tranen toe door geroerd worden”, vertelt Frauenfelder. Hij tekent voor de teksten en de composities van het programma, maar wil zichzelf zeker niet ‘de leider’ van het trio noemen. Volgens hem komt de uitvoering altijd in goed onderling overleg tot stand.
Een conservatoriumopleiding voorziet niet in een training voor een cabareteske performance waar De Règáhs voor kiezen. „Dat hoeft ook niet. Dat is gewoon de aard van het beestje. Als ik ga praten, houd ik niet meer op. Wij houden alle drie van woordgrappen en elkaar een beetje afbluffen op het podium. Daar heeft wel eens een regisseur naar gekeken, maar we zijn daar veel te eigenwijs voor.” Met deze theatertour verlegt het trio de grenzen veel verder dan Den Haag en omgeving. Optredens op radio en televisie hebben hun bekendheid flink vergroot de laatste tijd.

Zat. 17 maart, Ledeltheater, Oostburg, 20.15 uur, zat. 31 maart, Theater aan Zee, Renesse, 20.00 uur.
terug naar Règâhs

Deze pagina is bijgewerkt op