Wiel Reivers uit Arcen begon zijn carrière als zanger in het jongenskoor Laus Deo dat diverse missen in Arcen opluisterde. zong in 1978 Snuupke. In hetzelfde jaar zong hij samen met Wilma Gooren en Hay Munten Glückliche Sieben en bovendien met Wilma Gooren, Wim Janssen en Jo Geelen het lied Zeveklapper en met Twan Fleuren en Jo Geelen de Slinger '78.
In 1981 zong Reivers samen met Toon Toonen de liedjes Os Pietje en in 1982 Un lolletje en in 1983 Beej de fossa eugenia. Met Antoinette Clevis zong hij in 1982 ook nog De letste.
Met Wim Janssen zong Reivers Same kunne weej in de Aârsese revue, Ik heb d'r gen waörd veur, die in het seizoen 1984-1985 werd opgevoerd. Het lied was geschreven door Pé Reivers.
In 1986 zong Wiel Reivers samen met José Reutelingsperger het lied Jônk geliërd bij De Keieschiéters en in 1987 Vastenaovend in de driekwartsmaot.
Reivers zong in 1988 Margriet Montens, Pé Reivers en Wim Janssen Dât noeijt.
Wiel Reivers is ook lid van het Trio Ôngezalte en van het koor Arch Luit in Arcen.
In 2020 ontving Wiel Reivers D'n 31e Bônten Hoephap, een onderscheiding van de karnavalsvereniging De Keieschiéters. Hij was niet alleen actief in de carnavalsvereniging maar ook bij het kindervakantiewerk, de volleybalvereniging en de heemkundige kring.
DISCOGRAFIE
MC samen met anderen
"Zing van Ârse en daen kei..." (Keieschiéters, 1978)
EP's samen met anderen
"Aârsese Karnavalsschlagers 1981"
(Karnavalsvereniging "De Keiëschiëters" / Starlet 10121, 1981)
"Aârsese Karnavals-schlagers 1982"
(Karnavalsvereniging "De Keiëschiëters" / Channel Records 101281, 1981)
"Aârsese Karnavalsschlagers 1983"
(Karnavalsvereniging "De Keiëschiëters" / Channel Records 1312282, 1982)
"Aârsese Revue en Vastenaovesleidjes '84/'85"
(Karnavalsvereniging "De Keiëschiëters / Onger Os DC 8053, 1985)
"Aârsese Karnavalsschlagers 85-86"
(Karnavalsvereniging "De Keiëschiëters" / Onger Os 8058, 1986)